Vroeg signaleren met Elias Canetti
Vroege signalering kan in de gezondheidszorg levensreddend zijn en de dijken worden verhoogd om overstromingen voor te zijn. Kun je bij maatschappelijke ziektes zoals uit de hand lopende polarisatie ook aan preventie doen? Kun je daarbij ook een fatale afloop voorkomen door vroegtijdig ingrijpen? Zo ja, hoe doe je dat dan? Net als in de gezondheidszorg ontbreekt het hier in ieder geval niet aan ervaring en analytisch onderzoek. Integendeel. De decennia na WOII leverden omvangrijk materiaal op van onder anderen Elias Canetti (1905-1994). Wij kunnen zijn Massa en macht uit 1960 als oculair, als bril gebruiken om daarmee massavormings- en totalitaire symptomen vroeg te signaleren. Dan heeft deze grote denker van na WOII zijn werk niet voor niets gedaan. Hieronder volgt een samenvatting van Canetti’s Massa en macht.
Eerbiedwaardige traditie
De psycholoog Mattias Desmet (1976) staat met zijn onderzoek naar massavorming en massagedrag in zijn De psychologie van totalitarisme in een eerbiedwaardige traditie. In de tweede helft van de negentiende eeuw waren de boeken over dit onderwerp wijdverbreid. Charles Mackay’s Extraordinary Popular Delusions and the Madness of Crowds uit 1841 is het bekendste voorbeeld. Via Gustav Le Bon (1841-1931) en Sigmund Freud (1856-1939) komen we met een grote sprong bij Elias Canetti‘s Massa en macht uit 1960. In de zestiger en zeventiger jaren lag de naam van Canetti op ieders lippen. De Nobelprijswinnaar had een status vergelijkbaar met die van een Kafka of een Joyce. Massa en macht is echter geen roman. Je zou het een ambitieuze poging kunnen noemen om het menselijke bedrijf te beschrijven, in zoverre dat wordt bepaald door (onbewuste) massadrijfveren en machtsverhoudingen. Inclusief de wereldgodsdiensten, om maar eens iets te noemen. In de jaren zestig en zeventig werd het boek in brede kringen bestudeerd en besproken.
Als de lectuur van Massa en macht een eerste kennismaking is, kost het de nodige moeite om de basisbegrippen eigen te maken. Toch is dat een voorwaarde om verder te lezen, Als we niet weten wat hij verstaat onder ‘massa’, dan kunnen we het boek beter wegleggen, want dan begrijpen we ook niet wat in zijn optiek een ‘dubbelmassa’, een ‘oorlogsmassa’ enz. enz. is. Terwijl juist deze varianten dagelijks in de media om onze aandacht schreeuwen. Straks meer daarover, als we Canetti’s basisbegrippen in het kort hebben beschreven. (Bij deze bespreking beperken we ons hoofdzakelijk tot het eerste deel, over de massa.)
Wat is een massa?
Overal waar mensen zijn heerst onder normale omstandigheden afstand en onderscheid. Expliciete en impliciete hiërarchie, verschillen in nationaliteit, leeftijd, sekse enzovoorts bepalen een groot deel van het samenleven. Door deze afstand en deze verschillen voelen we individuele identiteit, afzondering, zijn we anders dan de ander. In de massa zijn al deze onderscheidende eigenschappen opgeheven. Canetti kwam zelf bij enkele gelegenheden in een massa, een mensenmenigte, terecht, hij beschrijft zijn onderwerp mede naar aanleiding van die ervaringen: ‘Wie het ook is die zich tegen ons aandrukt, hij is gelijk aan onszelf. Men ondergaat hem zoals men zichzelf ondergaat. Alles speelt zich dan plotseling als binnen één lichaam af.’ (p.14). In zijn autobiografie De fakkel in het oor: mijn levensgeschiedenis 1921-1931: “Ik werd een deel van de massa, ik ging er volledig in op. (…) Binnen de massa is men meer dan zichzelf; de massa is als een uitbreiding van het zelf.” Wie weleens van zo’n dichte massa deel heeft uitgemaakt, zal deze ervaring onmiddellijk herkennen.
Een massa is een wezen
Een massa is een wezen dat een eigen leven leidt met een eigen intelligentie. In zijn dynamiek is de massa het meest verwant aan vuur: ze kan onverwachts ontstaan en gevaarlijk om zich heen grijpen. Vuur is dan ook het universele massasymbool, schrijft Canetti in zijn hoofdstuk over massasymbolen. (p.83). Het massawezen bepaalt de richting waarin wordt bewogen, dat doen niet de afzonderlijke mensen. Bij een dichte mensenmenigte/massa is het meegaan in de richting onontkoombaar door de fysieke dwang, uitgeoefend door de talloze lichamen. Bij alle andere vormen van massa is de richtingsbepaling door het massawezen ook aan de orde, zij het minder opvallend en minder absoluut dwingend. Voor alle vormen van massa geldt dat de richting wordt bepaald door een doel, zelfs als dat doel onbekend is. Dat klinkt vreemd. Hoe kun je als groep naar een bepaald doel toe bewegen als je niet eens weet wat dat is? Canetti verklaart het als volgt: de massa wil niets liever dan massa zijn en massa blijven en ‘ze bestaat zolang ze een onbereikt doel heeft’ (p.30). ‘Het doel is er voordat zij er woorden voor hebben gevonden: het doel is het zwartste punt – de plek waar de meeste mensen bij elkaar zijn.’ (p.14). De oorsprong van deze doelgerichtheid zoekt, nee vindt Canetti in de prehistorie, bij de jagersgroepen die hij ‘jachtmeutes’ noemt. Het doel van een jachtmeute is: een prooi veroveren. Van het welslagen daarvan hangt het voortbestaan van de groep af, het is een kwestie van leven of dood. Alle jagers zijn volledig gefocussed, ze vormen een team met passie en een existentiële missie.
De massa streeft naar dichtheid
‘Ze [de massa] kan nooit te dicht zijn. Er moet niets tussenin staan (…). Alles moet als het enigszins kan zijzelf zijn. Het gevoel van de grootste dichtheid heeft ze op het ogenblik van de ontlading.’ (p.29).
De ontlading is een allesbepalend moment in de dynamiek van de massa. (‘De belangrijkste gebeurtenis. Daarvóór bestaat de massa eigenlijk niet. De ontlading bepaalt haar pas werkelijk.’ (p. 16)). Het is een ontlading van spanningen, veroorzaakt door de bovenbeschreven alomtegenwoordige hiërarchische verhoudingen, de rangordes op micro- meso- en macroniveau. ‘De ervaring van gelijkheid is er een van gelukzalige verlichting. Ter wille van dit ogenblik, waarin niemand meer, niemand beter is dan de ander, worden de mensen tot massa.’ (p.17.) ‘Wat een ongelooflijke ontlading,’ kan een voetbalcommentator zich laten ontvallen als er een beslissend doelpunt valt bij een belangrijke wedstrijd en de massa supporters het uitbrult van vreugde. Het verlangen naar de gelijkheidservaring ligt vgl. Canetti ten grondslag aan alle politieke stromingen met gelijkheid in het vaandel.
Het heerlijke gevoel van bevrijding en gelijkheid gaat snel voorbij zodra het aantal mensen zichtbaar kleiner wordt. Dan nadert het moment van teruggeworpen worden op zichzelf. De snelheid en de onvoorspelbaarheid waarmee het verval van een menigte gepaard kan gaan, geeft de massa de impuls om meer zekerheid te willen voelen over het behalen van zijn doel. Dat gevoel van zekerheid versterkt zich door getalsmatige groei, door aanwas. Zie daar de onbewuste drijfveer van individuen om zich aan te sluiten bij de meerderheid, zie ook de bekeringsdrang van gelovigen en ideologische stromingen. Meer zekerheid om als massa bijeen te blijven biedt ook animositeit tegenover een andere massa. Zo ontstaan de dubbelmassa’s.




De dubbelmassa en de oorlogsmassa (p.69)
De massa kan de angst voor verval pareren door splitsing, door het creëren van een tweede massa. Ze verwerft daardoor een hogere intensiteit (‘massa-opwinding’). Denk aan de uitzinnige menigtes ten tijde van het nationaalsocialisme, denk aan de luidruchtige demonstraties van oorlogsmassa’s in 1914 in de straten van de Europese hoofdsteden, voorafgaand aan de eerste wereldoorlog. Al deze massa’s werden aangevuurd en gevormd door een vijandbeeld.
De focus op een doel, de gezamenlijke concentratie op overleven door te doden zoals we die tegenkwamen bij de jagersgroep, is in even sterke mate aanwezig bij deze dubbelmassa’s en oorlogsmassa‘s. Hun dynamiek is in grote lijnen identiek aan die van de jachtmeute maar de prooi is in dit geval een tweede massa.
Bij totalitaire systemen is er altijd sprake van een of meer vijanden. Het vijandbeeld creëert de dubbelmassa en/of een oorlogsmassa. Is dit punt bereikt, dan kunnen de poorten naar de hel worden geopend. De geschiedenis ligt zoals bekend bezaaid met nog veel meer voorbeelden van zulke splitsingen in twee vijandige groepen en ook het heden is ervan vergeven. Sinds de komst van het internet zien we de dynamiek van de dubbelmassa zich in kamers en kamertjes en in kantoorruimtes afspelen. Via X sluiten groepen zich aaneen om virtueel een vijandgroep verbaal agressief te lijf te gaan.
Gezien de brisante maatschappelijke situatie, waarvan sommigen zelfs stellen dat deze tot een burgeroorlog kan leiden, is het goed om nog wat langer stil te staan bij massasplitsing/polarisatie. Zelfs de grootste optimist kan tot somberheid vervallen als we lezen wat Canetti daarover schrijft. Een paar citaten: ‘Het apartheidsbewustzijn van de beide groepen zal altijd blijven bestaan’ (p.106). En iets verderop: ‘Het collectieve bewustzijn van de meute is op een bepaald niveau van de menselijke samenleving beslissend en door niets aan het wankelen te brengen.’ (ibidem).
En onder het kopje De oorlogsmeute (p.112):
‘Het doorslaggevende en eigenlijke kenmerk van de oorlogsmeute is dat er twee meuten zijn die precies hetzelfde tegen elkaar in de zin hebben. De verdeling in twee groepen is onvoorwaardelijk en de kloof tussen de twee is absoluut zolang de oorlogstoestand bestaat.’
Het focus van de ene groep ligt volledig bij de andere groep. Strategie, bewapening, spionage, verkenning, organisatie, kortom het hele doen en laten staat in een dwingend causaal verband met de andere groep. Van de overwinning hangt alles af.
Wat te doen?
Wat kunnen we doen om de risico’s van massavorming en totalitarisme te verkleinen? ‘De oude oplossingen vallen uit elkaar; met de nieuwe is nog niets gedaan’, heeft Canetti gezegd. Welke nieuwe oplossingen? Elias Canetti is karig met het aandragen van handelingsperspectieven. Is het doorzien van massavorming- en massadynamiek het begin van een oplossing? Het niet opvolgen van bevelen misschien, zoals Canetti aanbeveelt? Massavorming werkt sluipend en blijft vaak buiten beeld van het bewustzijn. De immense kracht ervan bracht de Duits-Joodse filoloog Victor Klemperer (1881-1960) ertoe om in zijn dagboek te noteren:
‘Ik weet dat in de psyche van elke ontwikkelde mens een volkse laag schuilgaat en dat al mijn kennis over belogen worden en al mijn kritische opmerkzaamheid op het beslissende moment helemaal niets zal helpen: ooit zal de gedrukte leugen me overweldigen, als ze maar van alle kanten op me afkomt.’ (Victor Klemperer, LTI De taal van het Derde Rijk. Uitgeverij Atlas Amsterdam/Antwerpen, 2000, p.289)
Hij schreef dit terwijl hij vanaf het allereerste begin van het nazi-totalitarisme alert was op de leugens zoals die door de nazipropaganda werden verspreid.
In de psyche van ieder mens
We kunnen hier geen misverstand over laten bestaan: in ieder mens gaat een ‘volkse’ of ‘massa’ laag schuil. Door zelfreflectie kunnen we er zicht op krijgen. We kunnen er ook zicht op krijgen door zelfwaarneming als we oordelen en veroordelen. Canetti wijdt daar een apart hoofdstuk aan: Oordelen en veroordelen (p.336 e.v.)). Treffender dan hij het deed kunnen we dit probleem niet verwoorden:
‘We willen hierbij van een verschijnsel uitgaan dat iedereen vertrouwd is: het plezier in het veroordelen. ‘Een slecht boek’, zegt iemand (…) en hij neemt een air aan alsof hij iets ter zake kundigs zegt. In ieder geval verraadt zijn gezicht daarbij dat hij het graag zegt. Want de vorm van de uitlating is bedrieglijk en ze gaat zeer spoedig in een persoonlijke over. ’Een slechte dichter’ (…) wordt al gauw gezegd en het klinkt alsof men zegt ‘een slecht mens’. Overal heeft men gelegenheid bekenden, onbekenden en zichzelf bij dit proces van veroordelen te betrappen. Het plezier in negatieve beoordeling is altijd onmiskenbaar.’
‘De oordeelziekte is een der meest verbreide kwalen die er onder de mensen bestaan en praktisch iedereen is ermee behept’, schrijft hij iets verderop. Hij zoekt de oorzaak van die ziekte in onbewuste massamensdrijfveren. De wil van de massa/de meute om zich te versterken door zich te splitsen, heeft zich in ieders hoofd en hart genesteld:
‘Door hun losse, amorfe menigte in twee groepen te verdelen en als zodanig tegen elkaar op te stellen geeft hij hun iets als een dichtheid. Hij trekt hen samen, alsof ze tegen elkaar moeten vechten; hij sluit hen van elkaar af en vervult hen met vijandschap.’
Dat is precies wat we doen als we veroordelen. Onderverdelen in good guys en bad guys. Wij zijn de good guys, de andere groep de bad guys. Je bent woke of je bent wakker en de andere groep is fout. Je kon fout geweest zijn in de oorlog of niet fout. Je hoort bij de mainstream of je hebt je ogen geopend voor de slechtheid van de mainstream.
Canetti raakt met dit hoofdstuk een kern van het probleem, een kern die ook wordt herkend in de grote godsdiensten. Bijvoorbeeld in het christendom: ‘Oordeel niet, opdat gij niet geoordeeld wordt’ (..) en in het Boeddhisme. Terughouding van het oordeel is bij de antroposofische scholingsweg ook een centrale oefening.
Bij de dichter Paul Celan heet het:
(…)
Spreek -
Maar scheid van het ja niet het nee.
Geef zin aan wat je zegt: (…).
Kunnen/willen zien en erover kunnen/willen praten
Niet zelden vraagt iemand met een vroeg gesignaleerde aandoening om een second opinion en zelfs een third opinion. Om te kunnen beoordelen of preventief medicijngebruik noodzakelijk is bijvoorbeeld. Zo iemand kan zich daarnaast ook breed informeren bij een patientenvereniging en kan in gesprek gaan met ervaringsdeskundigen en anderen. Erover praten is hier een absolute voorwaarden om tot een afgewogen besluit te komen. ’Erover praten’ is -volgens Desmet- noodzaak om te voorkomen dat we afglijden naar totalitarisme. Hij heeft daar waarschijnlijk gelijk in, als we er de kanttekening bij plaatsen dat we deskundige oordelen nodig hebben om het gesprek van een zinnige inhoud te voorzien. Precies zoals dat het geval is bij een medische diagnose of bij de inschatting van overstromingsrisico. Maar wie is hier oordeelkundig? Door onder anderen Canetti, Hannah Arendt en Mattias Desmet te lezen, maken we ons de begrippen eigen waarmee we de symptomen van massavorming en massamanipulatie en totalitarisme kunnen leren zien. Daar gaat echter het verlangen aan vooraf om kennis te nemen van hun werk. De wil dus om door hun bril naar de symptomen te kijken. Kunnen we erop vertrouwen dat die wil vroeg of laat ontwaakt bij de deelnemers aan het debat, in zoverre dat nog niet is gebeurd? Met die vraag worden we weer naar onszelf verwezen. We kunnen het ons niet permitteren om op anderen te wachten. Spreek. Spreek ook jij.
Spreek ook jij,
spreek als laatste,
zeg je spreuk.
Spreek -
Maar scheid van het nee niet het ja.
Geef aan je spreuk ook de zin:
geef hem schaduw.
Geef hem schaduw genoeg,
geef hem zo veel
als je om je verdeeld weet tussen
midnacht en middag en midnacht.
Kijk om je heen:
zie hoe levend het wordt overal -
Bij de dood! Levend!
Waar spreekt wie schaduwen spreekt.
Nu echter schrompelt de plek waar je staat:
Waar ga je nu heen, van schaduw ontbloot, waarheen?
Stijg. Tast omhoog.
Dunner word je, onkenbaarder, fijner!
Fijner: een draad,
waaraan hij aan afdalen wil, de ster:
om beneden te zwemmen, beneden,
waar hij zich glinsteren ziet: in de deining
van dolende woorden.
Paul Celan
De oorspronkelijke Duitstalige versie verscheen voor het eerst in de bundel Von Schwelle zu Schwelle, Deutsche Verlags-Anstalt GMbH, Stuttgart.
Paul Celan
Vertaling: Arno Kaat
Tekst: Arno Kaat
(Zie ook: De verzonnen premissen van totalitarisme en Trouw blijven aan jezelf)
Afbeeldingen van boven naar beneden:
Vassilli Polenov 1844 – 1927
Jezus en de zondares, olieverf op doek (325 × 611 cm) — 1886-1887
Russisch Museum, Sint-Petersburg;
Elias Canetti
Vuurwerk in voetbalstadions
Victor Klemperer
De paginanummers verwijzen naar Elias Canetti, Massa en macht. Oorspronkelijke titel: Masse und Macht. Nederlandse vertaling Jenny Tuin. Uitg. Polak & Van Gennep BV Amsterdam 1976 ©1970. Dit is dezelfde editie als bij Google Books.