Deze maand is het zestig jaar geleden dat mijn oom John F. Kennedy een historische toespraak hield op de American University in Washington DC. Die toespraak werd de Vredesrede genoemd. De herfst daarvoor was hij in de Oval Office geweest met zijn wetenschapsadviseur, Jerome Wiesner. Wiesner kende ik heel goed toen ik nog een jongen was. Nu ben ik 69 jaar en ik herinner me nog goed dat er regelmatig foto's op het omslag van The New York Times en andere kranten stonden van atmosferische tests op de atollen in de Stille Oceaan. Dus we zagen de paddenstoelwolken van de atoombommen, de waterstofbommen die regelmatig explodeerden in dat deel van de wereld.
Op die dag had mijn oom een ontmoeting met Jerome Wiesner en hij vroeg hem: ‘Wat gebeurt er met de radioactieve neerslag?’ Wiesner zei dat het heel snel over de hele wereld circuleert en dan in de regen weer op aarde terechtkomt. Het komt in onze vissen, onze dieren, onze vijvers, onze rivieren, onze beken, ons drinkwater. Op dat moment regende het. Mijn oom staarde lange tijd uit het raam en zei tegen Wiesner: "Denk je dat het in de regen zit die nu valt?" Wiesner bevestigde dat. Ted Sorensen, die op dat moment in de kamer was, de man die mijn oom door een van de moeilijkste periodes in zijn leven had begeleid, rouwend om de dood van zijn broer, en die bij hem was toen hij bijna stierf tijdens zijn rugoperaties, zei dat in al die jaren dat hij John Kennedy kende, er geen moment was dat hij hem meer in de war zag dan op die dag. Die ontmoeting van mijn oom met Wiesner op die dag werd het begin van een resolutie waarin hij besloot om atmosferische kernproeven te verbieden. Hij wist dat zijn ministerie van Buitenlandse Zaken zich ertegen zou verzetten en hij wist dat het Pentagon zich ertegen zou verzetten. Dus deed hij alles in het geheim samen met Chroetsjov.
Die twee hebben toen een hotline opgezet zodat ze rechtstreeks met elkaar konden praten over de hoofdlijnen van het verdrag. Daarnaast onderhandelde hij over het hele verdrag via een paar vertrouwde assistenten binnen het Witte Huis en diplomaten die heen en weer pendelden tussen Moskou en Washington onder de neus van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze onderhandelden heel snel en toen hij het bekendmaakte aan het volk van de Verenigde Staten, kwamen zijn ministerie van Buitenlandse Zaken en het Pentagon in opstand, openlijk in opstand. Sterker nog, het Pentagon, de hoge pieten van het Pentagon lobbyden bij het Congres om dit verdrag van hun baas, de opperbevelhebber, tegen te houden. En ik denk dat iets van 80% van de Amerikanen in eerste instantie tegen het verdrag was. Maar hij was vastbesloten om het erdoor te krijgen.
Deze toespraak (van 60 jaar geleden in de American University) zorgde voor een ommekeer in het land. Het was het begin van een proces dat het hele land veranderde. Na deze toespraak deed hij een korte tournee naar plaatsen waar hij geen politieke steun had. Hij ging naar het Zuiden; hij ging naar de Westerse staten. Hij gaf lezingen en toespraken in het Mormoonse Tabernakel in Salt Lake City, waar hij mensen toesprak die zijn presidentschap niet steunden. Maar hij vond enorme steun in het veld van alle Amerikanen om dit te laten gebeuren, want het bleek dat het inlichtingenapparaat en de militaire leiding oorlog wilden, maar het Amerikaanse volk niet; zij wilden een eind aan het oorlogsgeroffel. Met die toespraak deed hij iets buitengewoons, iets wat nog nooit eerder was gedaan. Voor mij is het zijn belangrijkste toespraak. Het is een van de belangrijkste toespraken in de Amerikaanse geschiedenis. En wat zo ongewoon was in die toespraak, was dat hij tegen het Amerikaanse volk sprak en hen vroeg om in de huid van de Russen te kruipen. Alle anderen deden op dat moment het tegenovergestelde. Ze demoniseerden en belasterden de Russen. En hij zei nee, we moeten in hun schoenen gaan staan, in de schoenen van onze tegenstanders. Als we vrede willen, moeten we dat doen. Dat zou onze normale manier van doen moeten zijn.
In die tijd was de tijdgeest van de meeste Amerikanen - ik ben negen jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog geboren - en de tijdgeest van onze tijd, de heersende veronderstelling dat Amerika de oorlog had gewonnen en dat we nu met recht de vrede zouden gaan regeren. En hij zei iets heel, heel anders tegen Amerikanen. Iets waarmee hij die patriottistische veronderstelling uitdaagde. Hij zei nee, het waren eigenlijk de Russen die de oorlog hadden gewonnen. Zij verzwakten Hitler en maakten het voor ons mogelijk om Berlijn binnen te marcheren. En hij sprak over het lijden van de Russen tijdens de oorlog en legitimeerde hun zorgen om hun veiligheid. Niemand anders deed dat. Elk militair machtsvertoon van de Russen in die tijd werd afgeschilderd als agressie.
Dit is wat hij tegen de Amerikanen zei: zij, de Russen, hebben net als wij legitieme zorgen over hun veiligheid en dat moeten we begrijpen. Hij herinnerde de Amerikanen aan het lijden dat de Russen hadden doorstaan tijdens de oorlog - onvoorstelbaar lijden. Een op de zeven Russen was gedood tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij vroeg de Amerikanen om zich voor te stellen dat al het land, alle steden, alle steden van de oostkust tot Chicago in p puin waren veranderd, dat de bossen en velden waren verbrand. Dat is er nu met Rusland gebeurd tijdens de oorlog. Dat hebben ze voor ons opgeofferd. En ze hebben legitieme veiligheidszorgen om ervoor te zorgen dat dit nooit meer gebeurt. Door die toespraak maakte het Amerikaanse volk een ommezwaai en uiteindelijk steunden ze het verdrag. Het werd een van de snelst geratificeerde verdragen in de Amerikaanse geschiedenis.
Ik spreek jullie vandaag toe omdat de wereld zich op een kruispunt bevindt dat erg lijkt op dat in de tijd van mijn oom. De nucleaire spanningen zijn op een extreem en gevaarlijk niveau. Net als in zijn tijd hebben we een unieke kans, niet alleen om die spanningen te bezweren, maar ook om een radicaal andere weg in te slaan. Een weg naar vrede. De toewijding van mijn oom aan vrede wierp zijn vruchten af in het Limited Test Ban Treaty van augustus 1963. Na de moord op mijn oom in november van dat jaar sloeg de natie een andere weg in. Zijn opvolgers hebben de ene oorlog na de andere ontketend, hand in hand met de onophoudelijke uitbreiding van ons leger.
Sommigen noemen dit ‘de eeuwige oorlog’. Amerikanen identificeerden zichzelf als een vreedzame natie. In feite zeiden de grondleggers van onze grondwet bij onze oprichting dat democratie onverenigbaar was met een imperium in het buitenland; dat als we zouden proberen om van onszelf een imperiale natie in het buitenland te maken, we zouden veranderen in een bewakingsstaat, een garnizoensstaat, een veiligheidsstaat in eigen land en dat we ook onze economie zouden vernietigen, zoals in elk imperium gebeurt. Elk imperium beëindigt zichzelf door de uitbreiding van het leger - een te grote uitbreiding van het leger in het buitenland. En de stichters wisten dat. John Quincy Adams sprak namens hen allemaal toen hij zei: "Amerika gaat niet naar het buitenland op zoek naar monsters om te vernietigen”. Vandaag wil ik die herinnering aan die uitspraak ophalen, omdat deze "eeuwige oorlog", die de vitaliteit van onze natie zo heeft opgeslorpt, nu de wereld dreigt onder te dompelen in de onuitsprekelijke horror van een nucleair Armageddon.
Ik heb het natuurlijk over de situatie in Oekraïne. Ik verafschuw de brute en bloedige invasie door Rusland in dat land. Maar we moeten begrijpen dat onze regering ook heeft bijgedragen aan de omstandigheden door Rusland herhaaldelijk opzettelijk te provoceren. Sinds de jaren negentig al. Democratische en Republikeinse regeringen hebben de NAVO naar de grenzen van Rusland geduwd, in strijd met onze eigen plechtige belofte uit het begin van de jaren '90. Toen beloofden we dat als Rusland de reusachtige concessie zou doen om 400.000 troepen uit Oost-Duitsland terug te trekken, en de eenwording van Duitsland onder een NAVO-leger, een vijandig leger, zou toestaan, dat we dan de NAVO geen centimeter naar het oosten zouden uitbreiden
James Baker [toenmalige minister van Buitenlandse Zaken van de V.S] gaf die verzekering, net als de Britse regeringsfunctionarissen en vele, vele anderen. Toch hebben we Rusland vandaag de dag omsingeld. We hebben de NAVO niet slechts een centimeter naar het oosten verplaatst, maar duizend mijl en 14 landen. We hebben Rusland omsingeld met raketten en militaire bases, iets wat we nooit zouden tolereren als de Russen ons dat zouden aandoen. En in verklaringen van onze regeringsfunctionarissen en denktanks worden de doelen van de oorlog in Oekraïne uiteengezet: regime change in Rusland; de omverwerping van Vladimir Poetin. President Biden heeft gezegd dat dit ons doel is in Oekraïne: het uitschakelen en uitputten van het Russische leger en het uiteenrafelen van de Russische Federatie.
Geen van deze doelstellingen heeft iets te maken met het helpen van Oekraïne, wat natuurlijk het voorwendsel was voor onze betrokkenheid bij de oorlog. Toen vertelden onze leiders ons dat we daar waren voor een humanitaire missie. Maar sindsdien hebben ze toegegeven dat er een bredere geopolitieke agenda is en dat Oekraïne gewoon een pion is in een proxy-oorlog tussen de Verenigde Staten en Rusland. Net als tieners die World of Warcraft spelen, bedenken deze oorlogsstokers binnen het Amerikaanse leiderschap oorlogsspelletjes en scenario's en doen ze alsof een nucleaire oorlog gewonnen kan worden.
Dat is een gevaarlijke leugen. Het is een illusie die de minister van defensie van mijn oom, Robert McNamara, "massapsychose" noemde. Deze individuen begrijpen niet wat John F. Kennedy begreep toen hij over een nucleaire oorlog zei, ik citeer: "Alles wat we hebben opgebouwd, alles waar we voor hebben gewerkt zou in de eerste 24 uur worden vernietigd. Zelfs één kernexplosie verspreidt radioactiviteit over de hele wereld. Kun je je de gevolgen voorstellen van een volledige nucleaire uitwisseling?" President Kennedy wel. Daarom zei hij: "Bovenal moeten kernmachten, terwijl we onze eigen vitale belangen verdedigen, moeten we die confrontaties vermijden die een tegenstander voor de keuze stellen om zich vernederend terug te trekken of een kernoorlog te beginnen. Een nucleaire grootmacht die een tegenstrevende nucleaire grootmacht voor een dergelijke keuze stelt in het nucleaire tijdperk bewijst daarmee het failliet van zijn beleid of heeft een collectieve doodswens voor de mensheid."
Laat mij dit nog een keer zeggen: "Kernmachten moeten confrontaties vermijden die een tegenstander voor de keuze stellen om zich vernederend terug te trekken of een kernoorlog te beginnen".
Het beschamende feit is dat de voorstanders van een militaristisch buitenlands beleid binnen het Amerikaanse leiderschap de afgelopen 20 jaar precies het tegenovergestelde hebben gedaan. Hun oorlogszuchtige strategie van maximale confrontatie strekt zich uit van Rusland tot China, waar dezelfde groep binnen onze regering Taiwan hoopt te gebruiken als een geopolitieke pion op dezelfde manier waarop ze Irak, Syrië en nu Oekraïne hebben gebruikt om een ijdele fantasie van wereldheerschappij door middel van gewelddadige confrontatie te bevorderen.
Laten we de geopolitiek even buiten beschouwing laten en wat dieper ingaan op de kwestie van oorlog en vrede. President Kennedy begreep dat vrede begint met onze basishoudingen en overtuigingen. Hij sprak over de zinloosheid van passief wachten tot de andere kant verlicht zou worden. "We moeten onze eigen houding onderzoeken," zei hij, "als individu en als natie, want onze houding is net zo essentieel als die van hen. We moeten," zei hij, "beginnen met naar binnen te kijken."
Ja. In 1963 zei een politicus dat echt. Een politiek leider verwoordde wat vandaag de dag beschouwd zou worden als een spirituele stelregel of een spiritueel principe.
Laten we die oproep van 60 jaar geleden weer oppakken en Amerikanen, ons allemaal, vragen om onze houding opnieuw te bekijken. We zijn ondergedompeld in een discours over buitenlands beleid dat alleen maar gaat over tegenstanders en bedreigingen en bondgenoten en vijanden en overheersing. We zijn verslaafd geraakt aan stripverhalen over goed en kwaad die complexiteit uitwissen en ons blind maken voor de legitieme motieven, culturele en economische zorgen en veiligheidsbelangen van andere volkeren en andere naties.
We hebben een reflex van geweld als antwoord op elke crisis geïnternaliseerd en geïnstitutionaliseerd. Alles wordt oorlog. De oorlog tegen drugs. De oorlog tegen terreur. De oorlog tegen kanker. De oorlog tegen klimaatverandering. Deze manier van denken zet ons aan tot het voeren van eindeloze oorlogen in het buitenland. Oorlogen en staatsgrepen en bommen en drones en regime change operaties, en steun voor paramilitairen en junta’s en dictators.
Niets van dit alles heeft ons veiliger gemaakt en niets van dit alles heeft ons leiderschap of onze morele autoriteit verbeterd. Belangrijker is dat we onszelf afvragen: "Is dit echt wie we zijn? Is dit wat we willen zijn? Is dit wat de stichters van Amerika voor ogen hadden?" Hier is nog een spiritueel principe, waar mijn oom ook naar verwees toen hij zei: "We zitten allebei gevangen in een vicieuze en gevaarlijke cirkel, waarbij achterdocht aan de ene kant achterdocht aan de andere kant opwekt en nieuwe wapens tegenwapens voortbrengen."
Indien we anderen zien als onverbiddelijke vijanden, hebben ze de neiging om zich aan te passen aan ons beeld van hen. Het is een zichzelf in vervullende brengende voorspelling die alle spelers in de cyclus van achterdocht lanceert waar mijn oom voor waarschuwde. Als we ons de rol van vijand aanmeten, geven we hardliners in landen als Rusland, China, Cuba en Iran meer macht. We nodigen hen uit in het drama van het conflict, het drama van provocatie en tegenprovocatie, van "wapen en tegenwapen".
Is het een wonder dat, terwijl Amerika overal ter wereld geweld heeft gebruikt, het geweld ons in ons eigen land heeft ingehaald? Het is niet als een invasie gekomen. Het komt van binnenuit. Onze bommen, onze drones, onze legers zijn niet in staat om het wapengeweld in onze straten en scholen of het huiselijk geweld in onze huizen te stoppen. Ik zie hier hetzelfde verband als mijn vader en Martin Luther King zagen in de Vietnamoorlog. Zij geloofden dat we geen oorlog in het buitenland konden voeren zonder dat geweld mee naar huis te nemen, naar onze straten, naar onze attitudes, naar onze gemeenschappen. Buitenlands geweld is onlosmakelijk verbonden met binnenlands geweld. Beide zijn aspecten van een fundamentele oriëntatie en een fundamentele reeks prioriteiten.
Door eindeloze oorlogen te voeren in het buitenland hebben we de basis van ons eigen welzijn verwaarloosd. We hebben een in verval geraakte economische infrastructuur. We hebben een gedemoraliseerd en wanhopig volk. We hebben giftige stoffen in onze lucht, bodem en water. We hebben een verslechterende mentale en fysieke gezondheid. Dit alles is het loon van de oorlog.
Wat zal het loon van vrede zijn? Het zal de genezing van alle symptomen van het verval van Amerika zijn. Geen daarvan ligt buiten ons vermogen om te genezen. We kunnen de ontzagwekkende vitaliteit van het oorspronkelijke Kennedy-tijdperk herstellen. Mijn oom zei het goed. Hij zei dat geen enkel probleem van het menselijk lot de mens te boven gaat. Hij waarschuwde ons dat, ik citeer: "Te veel van ons denken dat vrede onmogelijk is. Te veel van ons denken dat het onwerkelijk is. Maar dat is een gevaarlijk en defaitistisch geloof. Het leidt tot de conclusie dat oorlog onvermijdelijk is, dat de mensheid gedoemd is, dat we in de greep zijn van krachten die we niet kunnen beheersen. Die zienswijze hoeven we niet te accepteren. Onze problemen zijn door mensen gemaakt - en daarom kunnen ze door mensen worden opgelost."
Hoe doen we dat eigenlijk? We beginnen ermee, de vicieuze cyclus van wantrouwen te vervangen door een deugdzame cyclus van vertrouwen. Dat vertrouwen gaan we opbouwen. We keren de escalatie om. Er is moed voor nodig om de eerste stap naar vrede te zetten. Laten we eens kijken wat er gebeurt als we stoppen met provoceren en escaleren en in plaats daarvan een olijftak aanbieden. Elke stap die we zetten, nodigt degenen die we onze tegenstanders noemen uit om een stap verder te gaan.
Misschien reageert Rusland niet. Misschien reageren ze niet in natura of op wat voor manier dan ook. Maar we zullen in ieder geval weten dat we het geprobeerd hebben, en de hele wereld zal het ook weten. Die eerste stap komt voort uit een veranderde houding en uit moed. Midden in de Koude Oorlog vroeg John Kennedy ons: "Om niet alleen de verwrongen en wanhopige blik van de andere kant te zien. Om conflicten niet te zien als onvermijdelijk, inschikkelijkheid als onmogelijk en communicatie als niets meer dan het uitwisselen van dreigementen."
Laten we hier wat langer bij stilstaan om het op ons in te laten werken. Vandaag de dag heeft Amerika praktisch alle diplomatieke contacten met Rusland verbroken, zodat de communicatie inderdaad niet veel meer is geworden dan een uitwisseling van dreigementen en beledigingen. Franklin D. Roosevelt ontmoette Stalin. John F. Kennedy ontmoette Chroesjtsjov. Nixon ontmoette Brezjnev. Reagan ontmoette Gorbatsjov. Kan Biden Poetin niet ontmoeten?
Kunnen we niet op zijn minst een gesprek beginnen? Hebben we nu zo'n "verwrongen en wanhopig" beeld van de andere kant dat we niet eens met ze willen praten? Conflicten zien als onvermijdelijk is de hoeksteen geworden van het buitenlands beleid van de VS. Twee of drie decennia geleden was het de botsing der beschavingen tussen de Islam en het Westen. Tegenwoordig sporen de legioenen denktanks die worden gefinancierd door de defensie-industrie ons aan om ons voor te bereiden op de onvermijdelijke oorlog met China. Maar oorlog is alleen onvermijdelijk als we die onvermijdelijk maken.
De oorlog in Oekraïne had - zoals we nu weten - zelfs al in het voorjaar van 2022 voorkomen kunnen worden, toen Amerikaanse functionarissen Boris Johnson naar Kiev stuurden om de vredesbesprekingen tussen Oekraïne en Rusland, een voorlopig akkoord dat ze al ondertekend hadden, te dwarsbomen. En dat niet alleen, Rusland was al begonnen met het verwijderen van zijn troepen uit het gebied rond Kiev. Deze oorlog was niet onvermijdelijk. Hij was het resultaat van een meedogenloze mentaliteit van oorlog en overheersing.
Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog was JFK bereid om verder te kijken dan de heersende vooroordelen over Rusland en zijn leider, Chroesjtsjov, als zijnde de belichaming van het kwaad. De twee mannen wisselden in die tijd 26 zeer persoonlijke en privé brieven met elkaar uit.
We hadden een Rus, een KGB en GRU-spion die bij ons thuis kwam toen ik klein was, en we wisten dat hij een spion was. Het was de tijd waarin de James Bond films uitkwamen. We vonden het romantisch en gevaarlijk om een echte Russische spion in huis te hebben. Het was een heel charmante jongen die een beetje klein en extreem sterk was. Hij deed touwklimwedstrijden met mijn vader en opdrukwedstrijden. Hij kon Kozakkendansen, wat echt indrukwekkend was voor ons allemaal. Hij leerde het ons ook. Hij had een geweldig gevoel voor humor en hij lachte altijd.
Mijn vader en moeder genoten erg van zijn gezelschap. Ze hadden hem voor het eerst ontmoet op een feestje op de Russische ambassade. Buitenlandse Zaken was geschokt dat we een KGB-spion bij ons thuis binnenlieten. Maar in deze periode wilde mijn oom rechtstreeks met Chroesjtsjov praten, omdat de CIA niets wist over wat er in het Kremlin gebeurde en ze dachten altijd het ergste. Ze vertelden hem altijd het ergste. Nou, hij wist genoeg over politiek om te weten dat het niet zo erg kon zijn. En uiteindelijk stuurde Chroesjtsjov hem de eerste van deze brieven, verborgen in een New York Times via Bolshakov en deze brieven kwamen uiteindelijk terecht bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Zowel mijn oom als Chroesjtsjov realiseerden zich tijdens deze correspondentie dat ze allebei omringd waren door een inlichtingenapparaat en door militaire topmensen die oorlog zowel onvermijdelijk als wenselijk achtten, en dat ze, als ze de vrede wilden bewaren, met elkaar moesten praten, omdat ze er niet op konden vertrouwen dat de mensen om hen heen hen sterk en gedisciplineerd advies zouden geven. In die periode installeerden mijn oom en Chroesjtsjov een hotline. Die had nooit eerder had bestaan. Dus toen ik een jongen was, was er een rode telefoon in Hyannis Port en een andere in het Witte Huis. Daarvan wisten we dat als we die telefoon oppakten we Chroesjtsjov aan de lijn zouden hebben. We werden verondersteld er van weg te blijven, en dat deden we, want dat was de enige telefoon waarvan ze zeiden: "Raak die telefoon nooit aan."
En de draden van die telefoon steken nog steeds uit de muur van het huis van mijn broer, dat in die tijd het Witte Huis van de zomer was. Kennedy en Chroetsjov wisten dat ze met elkaar moesten praten als ze de wereld wilden redden. Ze zeiden, weet je, die eerste brief van Chroesjtsjov, hij zei dat we allemaal op een ark zitten en dat we geen andere kunnen bouwen. De aarde is een ark en die moeten we behouden.
De vraag is nu of we bereid zijn om vandaag de dag iets dergelijks te doen? Of blijven we steken in een zelfingenomen verhaal waarin Amerika categorisch goed is en onze tegenstanders onherstelbaar slecht? Als we daarin blijven steken, zal elke andere natie dat ook doen. Niet alleen Amerika is vervallen in dit simplistische good guy-bad guy denken. Dat is het voorbeeld dat we voor iedereen in de wereld hebben gesteld. Geen wonder dat het overal wordt herhaald: tussen Israël en Iran, tussen India en Pakistan, tussen sjiieten en soennieten, tussen joden en Arabieren, tussen hindoes en moslims, tussen links en rechts, pro-life en pro-choice, vax en anti-vax. Dit tribalistische wij-tegen-zij denken verscheurt ons. Het verscheurt ons land en het verscheurt de wereld. Dit is het loon van de oorlog.
Maar als we de eerste stap naar vrede zetten, worden we weer een echte wereldleider, een morele leider, een morele autoriteit.
Er is niet veel voor nodig. Als we die eerste stap zetten, zullen mensen anders naar Amerika gaan kijken zoals ze dat ooit deden. [In de periode volgend op WOII]. Toen mijn oom president was, vroeg een van zijn beste vrienden, Ben Bradlee, hem: "Wat wil je als grafschrift op je grafsteen?" En hij zei: "Hij heeft de vrede bewaard." Bradlee vroeg hem om dat uit te leggen en hij zei: "De belangrijkste taak van een Amerikaanse president is om het land uit de oorlog te houden."
In de tijd dat hij in het Witte Huis zat, werd hij omringd door militaire haviken en zijn inlichtingenapparaat, zijn militaire hoge piefen, die hem voortdurend aanspoorden om oorlog te voeren in Laos, Berlijn, Cuba en Vietnam. Maar hij stuurde nooit één gevechtseenheid naar het buitenland tijdens zijn ambtstermijn. Ze wilden dat hij 250.000 gevechtstroepen naar Vietnam zou sturen. Uiteindelijk stuurde hij 16.000 adviseurs die volgens de gevechtsregels niet aan gevechten mochten deelnemen. Dat zijn minder mensen, minder mannen dan hij stuurde om James Meredith, een zwarte man, naar de Universiteit van Mississippi te krijgen.
Een maand voordat hij stierf, in oktober 1963, hoorde hij dat er een Groene Baret was omgekomen in Vietnam. Hij vroeg een van zijn assistenten om hem een lijst met alle slachtoffers te geven. De assistent kwam terug en op de lijst met slachtoffers stonden 75 Amerikanen die in Vietnam waren gesneuveld. En hij zei, "Dat is te veel. Er mag geen Amerikaan meer sterven." Die dag tekende hij Nationaal Veiligheidsbevel 263 dat alle troepen, alle Amerikaanse militairen uit Vietnam naar huis stuurde. De eerste duizend vertrokken de maand daarop, vanaf november.
Hij stierf een maand later. Een week na zijn dood werd dat bevel herroepen door president Johnson, die uiteindelijk de 250.000 troepen stuurde. Uiteindelijk kwamen er 56.000 nooit thuis, waaronder mijn neef George Skakel, die stierf in het Tet Offensief. En we doodden een miljoen Vietnamezen.
We zijn het pad ingeslagen van een militair-industrieel complex, waar president Eisenhower drie dagen voordat mijn oom zijn ambt aanvaardde voor waarschuwde, in de beste toespraak die Eisenhower ooit heeft gehouden, een van de belangrijkste in de geschiedenis. Daarin waarschuwde hij Amerika dat het opkomende militair-industriële complex onze democratie zou opslokken als we niet alles in het werk stelden om dat te voorkomen. Het zou de Amerikaanse waarden van binnenuit vernietigen. En mijn oom wist dat. Hij kende die toespraak en hij besteedde de drie jaar, zijn 1000 dagen in functie, aan de strijd tegen de opkomst van het militair-industriele complex. Na de dood van JFK zijn we het gaan dat Eisenhower en dat heeft ons gebracht waar we nu zijn. Maar het is nu tijd om het roer om te gooien.
Zoals ik al eerder zei, vrede komt voort uit een veranderde houding. Aan de basis van de oorlogsmentaliteit die de wereld in een drama van vijanden en bedreigingen giet, ligt een ontaarde kijk op de menselijke natuur. Als je mensen ziet als fundamenteel egoïstisch en hele naties als fundamenteel slecht, dan is het enige wat je tot je beschikking hebt om hun gedrag te veranderen bedreigingen en steekpenningen. Vrede komt van een andere plaats. Het begint ermee, dat we in anderen en in onszelf datgene zien wat niet egoïstisch is, maar dapper en vrijgevig en idealistisch en vol met goede bedoelingen.
Ik zeg niet dat we de basiselementen van de menselijke natuur of de gevaren van de wereld moeten negeren. Maar als dat alles is wat we zien, dan zullen we voor altijd vastzitten in de mentaliteit van oorlog, die het militair-industrieel complex ons wil voorhouden, en dan zullen we voor altijd de giftige vruchten daarvan plukken. Om een koers uit te zetten voor de toekomst van het militaire en buitenlandse beleid van onze natie, grijp ik nog een keer terug op de woorden van John F. Kennedy. Hij zei: "De wapens van Amerika zijn niet provocerend. Ze worden zorgvuldig gecontroleerd. Ze zijn ontworpen om af te schrikken en kunnen selectief worden gebruikt. Onze strijdkrachten zetten zich in voor vrede en zijn gedisciplineerd in zelfbeheersing. Onze diplomaten zijn geïnstrueerd om onnodige irritaties en puur retorische vijandigheid te vermijden."
De huidige regering zal nog anderhalf jaar aan de macht zijn. Maar het gevaar van roekeloze escalatie en nucleair wapengekletter is reëel en aanwezig. Daarom roep ik onze huidige leiders op om de stelregels van president Kennedy over te nemen en nu te beginnen met de-escaleren.
Ik roep hen op de verklaring van John F. Kennedy na te komen. Ik roep het militaire establishment op om gedisciplineerde zelfbeheersing uit te oefenen. Ik roep het ministerie van Buitenlandse Zaken op om onnodige irritaties en vijandige retoriek te vermijden. En dit is het allerbelangrijkste: ik roep elke Amerikaan op om deel te nemen aan een nieuwe vredesbeweging, om je stem te laten horen, om de waanzin van escalatie af te wijzen en om niet langer de "president in oorlogstijd" te vieren, maar een president die de vrede bewaart...
Wat voor soort vrede bedoel ik? Ik sluit af met nog een stukje wijsheid van mijn oom: “Wat voor soort vrede zoeken we? Geen Pax Americana die aan de wereld wordt opgedrongen door Amerikaanse oorlogswapens. Niet de vrede van het graf of de veiligheid van een slaaf. Ik heb het over een echte vrede. Het soort vrede dat het leven op aarde de moeite waard maakt, het soort vrede dat mensen en naties in staat stelt te groeien en te hopen en een beter leven voor hun kinderen op te bouwen, niet alleen vrede voor Amerikanen maar vrede voor alle mannen en vrouwen. Niet alleen een vrede in onze tijd, maar een vrede voor alle tijden."
Ik dank u allen hartelijk.
Link naar de video van de toespraak.
(Link naar de video van de toespraak.)
Deze maand is het zestig jaar geleden dat mijn oom John F. Kennedy een historische toespraak hield op de American University in Washington DC. Die toespraak werd de Vredesrede genoemd. Ik zal je wat context geven van wat er op dat moment gaande was. De herfst daarvoor was hij in de Oval Office geweest met zijn wetenschapsadviseur, Jerome Wiesner. Wiesner kende ik heel goed toen ik nog een jongen was. Nu ben ik 69 jaar en ik herinner me nog goed dat er regelmatig foto's op het omslag van The New York Times en andere kranten stonden van atmosferische tests op de atollen in de Stille Oceaan. Dus we zagen de paddenstoelwolken van de atoombommen, de waterstofbommen die regelmatig explodeerden in dat deel van de wereld.
Op die dag had mijn oom een ontmoeting met Jerome Wiesner en hij vroeg hem: ‘Wat gebeurt er met de radioactieve neerslag?’ Wiesner zei dat het heel snel over de hele wereld circuleert en dan in de regen weer op aarde terechtkomt. Het komt in onze vissen, onze dieren, onze vijvers, onze rivieren, onze beken, ons drinkwater. Op dat moment regende het. Mijn oom staarde lange tijd uit het raam en zei tegen Wiesner: "Denk je dat het in de regen zit die nu valt?" Wiesner bevestigde dat. Ted Sorensen, die op dat moment in de kamer was, de man die mijn oom door een van de moeilijkste periodes in zijn leven had begeleid, rouwend om de dood van zijn broer, en die bij hem was toen hij bijna stierf tijdens zijn rugoperaties, zei dat in al die jaren dat hij John Kennedy kende, er geen moment was dat hij hem meer in de war zag dan op die dag. Die ontmoeting van mijn oom met Wiesner op die dag werd het begin van een resolutie waarin hij besloot om atmosferische kernproeven te verbieden. Hij wist dat zijn ministerie van Buitenlandse Zaken zich ertegen zou verzetten en hij wist dat het Pentagon zich ertegen zou verzetten. Dus deed hij alles in het geheim samen met Chroetsjov.
Die twee hebben toen een hotline opgezet zodat ze rechtstreeks met elkaar konden praten over de hoofdlijnen van het verdrag. Daarnaast onderhandelde hij over het hele verdrag via een paar vertrouwde assistenten binnen het Witte Huis en diplomaten die heen en weer pendelden tussen Moskou en Washington onder de neus van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze onderhandelden heel snel en toen hij het bekendmaakte aan het volk van de Verenigde Staten, kwamen zijn ministerie van Buitenlandse Zaken en het Pentagon in opstand, openlijk in opstand. Sterker nog, het Pentagon, de hoge pieten van het Pentagon lobbyden bij het Congres om dit verdrag van hun baas, de opperbevelhebber, tegen te houden. En ik denk dat iets van 80% van de Amerikanen in eerste instantie tegen het verdrag was. Maar hij was vastbesloten om het erdoor te krijgen.
Deze toespraak (van 60 jaar geleden in de American University) zorgde voor een ommekeer in het land. Het was het begin van een proces dat het hele land veranderde. Na deze toespraak deed hij een korte tournee naar plaatsen waar hij geen politieke steun had. Hij ging naar het Zuiden; hij ging naar de Westerse staten. Hij gaf lezingen en toespraken in het Mormoonse Tabernakel in Salt Lake City, waar hij mensen toesprak die zijn presidentschap niet steunden. Maar hij vond enorme steun in het veld van alle Amerikanen om dit te laten gebeuren, want het bleek dat het inlichtingenapparaat en de militaire leiding oorlog wilden, maar het Amerikaanse volk niet; zij wilden een eind aan het oorlogsgeroffel. Met die toespraak deed hij iets buitengewoons, iets wat nog nooit eerder was gedaan. Voor mij is het zijn belangrijkste toespraak. Het is een van de belangrijkste toespraken in de Amerikaanse geschiedenis. En wat zo ongewoon was in die toespraak, was dat hij tegen het Amerikaanse volk sprak en hen vroeg om in de huid van de Russen te kruipen. Alle anderen deden op dat moment het tegenovergestelde. Ze demoniseerden en belasterden de Russen. En hij zei nee, we moeten in hun schoenen gaan staan, in de schoenen van onze tegenstanders. Als we vrede willen, moeten we dat doen. Dat zou onze normale manier van doen moeten zijn.
In die tijd was de tijdgeest van de meeste Amerikanen - ik ben negen jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog geboren - en de tijdgeest van onze tijd, de heersende veronderstelling dat Amerika de oorlog had gewonnen en dat we nu met recht de vrede zouden gaan regeren. En hij zei iets heel, heel anders tegen Amerikanen. Iets waarmee hij die patriottistische veronderstelling uitdaagde. Hij zei nee, het waren eigenlijk de Russen die de oorlog hadden gewonnen. Zij verzwakten Hitler en maakten het voor ons mogelijk om Berlijn binnen te marcheren. En hij sprak over het lijden van de Russen tijdens de oorlog en legitimeerde hun zorgen om hun veiligheid. Niemand anders deed dat. Elk militair machtsvertoon van de Russen in die tijd werd afgeschilderd als agressie.
Dit is wat hij tegen de Amerikanen zei: zij, de Russen, hebben net als wij legitieme zorgen over hun veiligheid en dat moeten we begrijpen. Hij herinnerde de Amerikanen aan het lijden dat de Russen hadden doorstaan tijdens de oorlog - onvoorstelbaar lijden. Een op de zeven Russen was gedood tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij vroeg de Amerikanen om zich voor te stellen dat al het land, alle steden, alle steden van de oostkust tot Chicago in p puin waren veranderd, dat de bossen en velden waren verbrand. Dat is er nu met Rusland gebeurd tijdens de oorlog. Dat hebben ze voor ons opgeofferd. En ze hebben legitieme veiligheidszorgen om ervoor te zorgen dat dit nooit meer gebeurt. Door die toespraak maakte het Amerikaanse volk een ommezwaai en uiteindelijk steunden ze het verdrag. Het werd een van de snelst geratificeerde verdragen in de Amerikaanse geschiedenis.
Ik spreek jullie vandaag toe omdat de wereld zich op een kruispunt bevindt dat erg lijkt op dat in de tijd van mijn oom. De nucleaire spanningen zijn op een extreem en gevaarlijk niveau. Net als in zijn tijd hebben we een unieke kans, niet alleen om die spanningen te bezweren, maar ook om een radicaal andere weg in te slaan. Een weg naar vrede. De toewijding van mijn oom aan vrede wierp zijn vruchten af in het Limited Test Ban Treaty van augustus 1963. Na de moord op mijn oom in november van dat jaar sloeg de natie een andere weg in. Zijn opvolgers hebben de ene oorlog na de andere ontketend, hand in hand met de onophoudelijke uitbreiding van ons leger.
Sommigen noemen dit ‘de eeuwige oorlog’. Amerikanen identificeerden zichzelf als een vreedzame natie. In feite zeiden de grondleggers van onze grondwet bij onze oprichting dat democratie onverenigbaar was met een imperium in het buitenland; dat als we zouden proberen om van onszelf een imperiale natie in het buitenland te maken, we zouden veranderen in een bewakingsstaat, een garnizoensstaat, een veiligheidsstaat in eigen land en dat we ook onze economie zouden vernietigen, zoals in elk imperium gebeurt. Elk imperium beëindigt zichzelf door de uitbreiding van het leger - een te grote uitbreiding van het leger in het buitenland. En de stichters wisten dat. John Quincy Adams sprak namens hen allemaal toen hij zei: "Amerika gaat niet naar het buitenland op zoek naar monsters om te vernietigen”. Vandaag wil ik die herinnering aan die uitspraak ophalen, omdat deze "eeuwige oorlog", die de vitaliteit van onze natie zo heeft opgeslorpt, nu de wereld dreigt onder te dompelen in de onuitsprekelijke horror van een nucleair Armageddon.
Ik heb het natuurlijk over de situatie in Oekraïne. Ik verafschuw de brute en bloedige invasie door Rusland in dat land. Maar we moeten begrijpen dat onze regering ook heeft bijgedragen aan de omstandigheden door Rusland herhaaldelijk opzettelijk te provoceren. Sinds de jaren negentig al. Democratische en Republikeinse regeringen hebben de NAVO naar de grenzen van Rusland geduwd, in strijd met onze eigen plechtige belofte uit het begin van de jaren '90. Toen beloofden we dat als Rusland de reusachtige concessie zou doen om 400.000 troepen uit Oost-Duitsland terug te trekken, en de eenwording van Duitsland onder een NAVO-leger, een vijandig leger, zou toestaan, dat we dan de NAVO geen centimeter naar het oosten zouden uitbreiden
James Baker [toenmalige minister van Buitenlandse Zaken van de V.S] gaf die verzekering, net als de Britse regeringsfunctionarissen en vele, vele anderen. Toch hebben we Rusland vandaag de dag omsingeld. We hebben de NAVO niet slechts een centimeter naar het oosten verplaatst, maar duizend mijl en 14 landen. We hebben Rusland omsingeld met raketten en militaire bases, iets wat we nooit zouden tolereren als de Russen ons dat zouden aandoen. En in verklaringen van onze regeringsfunctionarissen en denktanks worden de doelen van de oorlog in Oekraïne uiteengezet: regime change in Rusland; de omverwerping van Vladimir Poetin. President Biden heeft gezegd dat dit ons doel is in Oekraïne: het uitschakelen en uitputten van het Russische leger en het uiteenrafelen van de Russische Federatie.
Geen van deze doelstellingen heeft iets te maken met het helpen van Oekraïne, wat natuurlijk het voorwendsel was voor onze betrokkenheid bij de oorlog. Toen vertelden onze leiders ons dat we daar waren voor een humanitaire missie. Maar sindsdien hebben ze toegegeven dat er een bredere geopolitieke agenda is en dat Oekraïne gewoon een pion is in een proxy-oorlog tussen de Verenigde Staten en Rusland. Net als tieners die World of Warcraft spelen, bedenken deze oorlogsstokers binnen het Amerikaanse leiderschap oorlogsspelletjes en scenario's en doen ze alsof een nucleaire oorlog gewonnen kan worden.
Dat is een gevaarlijke leugen. Het is een illusie die de minister van defensie van mijn oom, Robert McNamara, "massapsychose" noemde. Deze individuen begrijpen niet wat John F. Kennedy begreep toen hij over een nucleaire oorlog zei, ik citeer: "Alles wat we hebben opgebouwd, alles waar we voor hebben gewerkt zou in de eerste 24 uur worden vernietigd. Zelfs één kernexplosie verspreidt radioactiviteit over de hele wereld. Kun je je de gevolgen voorstellen van een volledige nucleaire uitwisseling?" President Kennedy wel. Daarom zei hij: "Bovenal moeten kernmachten, terwijl we onze eigen vitale belangen verdedigen, moeten we die confrontaties vermijden die een tegenstander voor de keuze stellen om zich vernederend terug te trekken of een kernoorlog te beginnen. Een nucleaire grootmacht die een tegenstrevende nucleaire grootmacht voor een dergelijke keuze stelt in het nucleaire tijdperk bewijst daarmee het failliet van zijn beleid of heeft een collectieve doodswens voor de mensheid."
Laat mij dit nog een keer zeggen: "Kernmachten moeten confrontaties vermijden die een tegenstander voor de keuze stellen om zich vernederend terug te trekken of een kernoorlog te beginnen".
Het beschamende feit is dat de voorstanders van een militaristisch buitenlands beleid binnen het Amerikaanse leiderschap de afgelopen 20 jaar precies het tegenovergestelde hebben gedaan. Hun oorlogszuchtige strategie van maximale confrontatie strekt zich uit van Rusland tot China, waar dezelfde groep binnen onze regering Taiwan hoopt te gebruiken als een geopolitieke pion op dezelfde manier waarop ze Irak, Syrië en nu Oekraïne hebben gebruikt om een ijdele fantasie van wereldheerschappij door middel van gewelddadige confrontatie te bevorderen.
Laten we de geopolitiek even buiten beschouwing laten en wat dieper ingaan op de kwestie van oorlog en vrede. President Kennedy begreep dat vrede begint met onze basishoudingen en overtuigingen. Hij sprak over de zinloosheid van passief wachten tot de andere kant verlicht zou worden. "We moeten onze eigen houding onderzoeken," zei hij, "als individu en als natie, want onze houding is net zo essentieel als die van hen. We moeten," zei hij, "beginnen met naar binnen te kijken."
Ja. In 1963 zei een politicus dat echt. Een politiek leider verwoordde wat vandaag de dag beschouwd zou worden als een spirituele stelregel of een spiritueel principe.
Laten we die oproep van 60 jaar geleden weer oppakken en Amerikanen, ons allemaal, vragen om onze houding opnieuw te bekijken. We zijn ondergedompeld in een discours over buitenlands beleid dat alleen maar gaat over tegenstanders en bedreigingen en bondgenoten en vijanden en overheersing. We zijn verslaafd geraakt aan stripverhalen over goed en kwaad die complexiteit uitwissen en ons blind maken voor de legitieme motieven, culturele en economische zorgen en veiligheidsbelangen van andere volkeren en andere naties.
We hebben een reflex van geweld als antwoord op elke crisis geïnternaliseerd en geïnstitutionaliseerd. Alles wordt oorlog. De oorlog tegen drugs. De oorlog tegen terreur. De oorlog tegen kanker. De oorlog tegen klimaatverandering. Deze manier van denken zet ons aan tot het voeren van eindeloze oorlogen in het buitenland. Oorlogen en staatsgrepen en bommen en drones en regime change operaties, en steun voor paramilitairen en junta’s en dictators.
Niets van dit alles heeft ons veiliger gemaakt en niets van dit alles heeft ons leiderschap of onze morele autoriteit verbeterd. Belangrijker is dat we onszelf afvragen: "Is dit echt wie we zijn? Is dit wat we willen zijn? Is dit wat de stichters van Amerika voor ogen hadden?" Hier is nog een spiritueel principe, waar mijn oom ook naar verwees toen hij zei: "We zitten allebei gevangen in een vicieuze en gevaarlijke cirkel, waarbij achterdocht aan de ene kant achterdocht aan de andere kant opwekt en nieuwe wapens tegenwapens voortbrengen."
Indien we anderen zien als onverbiddelijke vijanden, hebben ze de neiging om zich aan te passen aan ons beeld van hen. Het is een zichzelf in vervullende brengende voorspelling die alle spelers in de cyclus van achterdocht lanceert waar mijn oom voor waarschuwde. Als we ons de rol van vijand aanmeten, geven we hardliners in landen als Rusland, China, Cuba en Iran meer macht. We nodigen hen uit in het drama van het conflict, het drama van provocatie en tegenprovocatie, van "wapen en tegenwapen".
Is het een wonder dat, terwijl Amerika overal ter wereld geweld heeft gebruikt, het geweld ons in ons eigen land heeft ingehaald? Het is niet als een invasie gekomen. Het komt van binnenuit. Onze bommen, onze drones, onze legers zijn niet in staat om het wapengeweld in onze straten en scholen of het huiselijk geweld in onze huizen te stoppen. Ik zie hier hetzelfde verband als mijn vader en Martin Luther King zagen in de Vietnamoorlog. Zij geloofden dat we geen oorlog in het buitenland konden voeren zonder dat geweld mee naar huis te nemen, naar onze straten, naar onze attitudes, naar onze gemeenschappen. Buitenlands geweld is onlosmakelijk verbonden met binnenlands geweld. Beide zijn aspecten van een fundamentele oriëntatie en een fundamentele reeks prioriteiten.
Door eindeloze oorlogen te voeren in het buitenland hebben we de basis van ons eigen welzijn verwaarloosd. We hebben een in verval geraakte economische infrastructuur. We hebben een gedemoraliseerd en wanhopig volk. We hebben giftige stoffen in onze lucht, bodem en water. We hebben een verslechterende mentale en fysieke gezondheid. Dit alles is het loon van de oorlog.
Wat zal het loon van vrede zijn? Het zal de genezing van alle symptomen van het verval van Amerika zijn. Geen daarvan ligt buiten ons vermogen om te genezen. We kunnen de ontzagwekkende vitaliteit van het oorspronkelijke Kennedy-tijdperk herstellen. Mijn oom zei het goed. Hij zei dat geen enkel probleem van het menselijk lot de mens te boven gaat. Hij waarschuwde ons dat, ik citeer: "Te veel van ons denken dat vrede onmogelijk is. Te veel van ons denken dat het onwerkelijk is. Maar dat is een gevaarlijk en defaitistisch geloof. Het leidt tot de conclusie dat oorlog onvermijdelijk is, dat de mensheid gedoemd is, dat we in de greep zijn van krachten die we niet kunnen beheersen. Die zienswijze hoeven we niet te accepteren. Onze problemen zijn door mensen gemaakt - en daarom kunnen ze door mensen worden opgelost."
Hoe doen we dat eigenlijk? We beginnen ermee, de vicieuze cyclus van wantrouwen te vervangen door een deugdzame cyclus van vertrouwen. Dat vertrouwen gaan we opbouwen. We keren de escalatie om. Er is moed voor nodig om de eerste stap naar vrede te zetten. Laten we eens kijken wat er gebeurt als we stoppen met provoceren en escaleren en in plaats daarvan een olijftak aanbieden. Elke stap die we zetten, nodigt degenen die we onze tegenstanders noemen uit om een stap verder te gaan.
Misschien reageert Rusland niet. Misschien reageren ze niet in natura of op wat voor manier dan ook. Maar we zullen in ieder geval weten dat we het geprobeerd hebben, en de hele wereld zal het ook weten. Die eerste stap komt voort uit een veranderde houding en uit moed. Midden in de Koude Oorlog vroeg John Kennedy ons: "Om niet alleen de verwrongen en wanhopige blik van de andere kant te zien. Om conflicten niet te zien als onvermijdelijk, inschikkelijkheid als onmogelijk en communicatie als niets meer dan het uitwisselen van dreigementen."
Laten we hier wat langer bij stilstaan om het op ons in te laten werken. Vandaag de dag heeft Amerika praktisch alle diplomatieke contacten met Rusland verbroken, zodat de communicatie inderdaad niet veel meer is geworden dan een uitwisseling van dreigementen en beledigingen. Franklin D. Roosevelt ontmoette Stalin. John F. Kennedy ontmoette Chroesjtsjov. Nixon ontmoette Brezjnev. Reagan ontmoette Gorbatsjov. Kan Biden Poetin niet ontmoeten?
Kunnen we niet op zijn minst een gesprek beginnen? Hebben we nu zo'n "verwrongen en wanhopig" beeld van de andere kant dat we niet eens met ze willen praten? Conflicten zien als onvermijdelijk is de hoeksteen geworden van het buitenlands beleid van de VS. Twee of drie decennia geleden was het de botsing der beschavingen tussen de Islam en het Westen. Tegenwoordig sporen de legioenen denktanks die worden gefinancierd door de defensie-industrie ons aan om ons voor te bereiden op de onvermijdelijke oorlog met China. Maar oorlog is alleen onvermijdelijk als we die onvermijdelijk maken.
De oorlog in Oekraïne had - zoals we nu weten - zelfs al in het voorjaar van 2022 voorkomen kunnen worden, toen Amerikaanse functionarissen Boris Johnson naar Kiev stuurden om de vredesbesprekingen tussen Oekraïne en Rusland, een voorlopig akkoord dat ze al ondertekend hadden, te dwarsbomen. En dat niet alleen, Rusland was al begonnen met het verwijderen van zijn troepen uit het gebied rond Kiev. Deze oorlog was niet onvermijdelijk. Hij was het resultaat van een meedogenloze mentaliteit van oorlog en overheersing.
Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog was JFK bereid om verder te kijken dan de heersende vooroordelen over Rusland en zijn leider, Chroesjtsjov, als zijnde de belichaming van het kwaad. De twee mannen wisselden in die tijd 26 zeer persoonlijke en privé brieven met elkaar uit.
We hadden een Rus, een KGB en GRU-spion die bij ons thuis kwam toen ik klein was, en we wisten dat hij een spion was. Het was de tijd waarin de James Bond films uitkwamen. We vonden het romantisch en gevaarlijk om een echte Russische spion in huis te hebben. Het was een heel charmante jongen die een beetje klein en extreem sterk was. Hij deed touwklimwedstrijden met mijn vader en opdrukwedstrijden. Hij kon Kozakkendansen, wat echt indrukwekkend was voor ons allemaal. Hij leerde het ons ook. Hij had een geweldig gevoel voor humor en hij lachte altijd.
Mijn vader en moeder genoten erg van zijn gezelschap. Ze hadden hem voor het eerst ontmoet op een feestje op de Russische ambassade. Buitenlandse Zaken was geschokt dat we een KGB-spion bij ons thuis binnenlieten. Maar in deze periode wilde mijn oom rechtstreeks met Chroesjtsjov praten, omdat de CIA niets wist over wat er in het Kremlin gebeurde en ze dachten altijd het ergste. Ze vertelden hem altijd het ergste. Nou, hij wist genoeg over politiek om te weten dat het niet zo erg kon zijn. En uiteindelijk stuurde Chroesjtsjov hem de eerste van deze brieven, verborgen in een New York Times via Bolshakov en deze brieven kwamen uiteindelijk terecht bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Zowel mijn oom als Chroesjtsjov realiseerden zich tijdens deze correspondentie dat ze allebei omringd waren door een inlichtingenapparaat en door militaire topmensen die oorlog zowel onvermijdelijk als wenselijk achtten, en dat ze, als ze de vrede wilden bewaren, met elkaar moesten praten, omdat ze er niet op konden vertrouwen dat de mensen om hen heen hen sterk en gedisciplineerd advies zouden geven. In die periode installeerden mijn oom en Chroesjtsjov een hotline. Die had nooit eerder had bestaan. Dus toen ik een jongen was, was er een rode telefoon in Hyannis Port en een andere in het Witte Huis. Daarvan wisten we dat als we die telefoon oppakten we Chroesjtsjov aan de lijn zouden hebben. We werden verondersteld er van weg te blijven, en dat deden we, want dat was de enige telefoon waarvan ze zeiden: "Raak die telefoon nooit aan."
En de draden van die telefoon steken nog steeds uit de muur van het huis van mijn broer, dat in die tijd het Witte Huis van de zomer was. Kennedy en Chroetsjov wisten dat ze met elkaar moesten praten als ze de wereld wilden redden. Ze zeiden, weet je, die eerste brief van Chroesjtsjov, hij zei dat we allemaal op een ark zitten en dat we geen andere kunnen bouwen. De aarde is een ark en die moeten we behouden.
De vraag is nu of we bereid zijn om vandaag de dag iets dergelijks te doen? Of blijven we steken in een zelfingenomen verhaal waarin Amerika categorisch goed is en onze tegenstanders onherstelbaar slecht? Als we daarin blijven steken, zal elke andere natie dat ook doen. Niet alleen Amerika is vervallen in dit simplistische good guy-bad guy denken. Dat is het voorbeeld dat we voor iedereen in de wereld hebben gesteld. Geen wonder dat het overal wordt herhaald: tussen Israël en Iran, tussen India en Pakistan, tussen sjiieten en soennieten, tussen joden en Arabieren, tussen hindoes en moslims, tussen links en rechts, pro-life en pro-choice, vax en anti-vax. Dit tribalistische wij-tegen-zij denken verscheurt ons. Het verscheurt ons land en het verscheurt de wereld. Dit is het loon van de oorlog.
Maar als we de eerste stap naar vrede zetten, worden we weer een echte wereldleider, een morele leider, een morele autoriteit.
Er is niet veel voor nodig. Als we die eerste stap zetten, zullen mensen anders naar Amerika gaan kijken zoals ze dat ooit deden. [In de periode volgend op WOII]. Toen mijn oom president was, vroeg een van zijn beste vrienden, Ben Bradlee, hem: "Wat wil je als grafschrift op je grafsteen?" En hij zei: "Hij heeft de vrede bewaard." Bradlee vroeg hem om dat uit te leggen en hij zei: "De belangrijkste taak van een Amerikaanse president is om het land uit de oorlog te houden."
In de tijd dat hij in het Witte Huis zat, werd hij omringd door militaire haviken en zijn inlichtingenapparaat, zijn militaire hoge piefen, die hem voortdurend aanspoorden om oorlog te voeren in Laos, Berlijn, Cuba en Vietnam. Maar hij stuurde nooit één gevechtseenheid naar het buitenland tijdens zijn ambtstermijn. Ze wilden dat hij 250.000 gevechtstroepen naar Vietnam zou sturen. Uiteindelijk stuurde hij 16.000 adviseurs die volgens de gevechtsregels niet aan gevechten mochten deelnemen. Dat zijn minder mensen, minder mannen dan hij stuurde om James Meredith, een zwarte man, naar de Universiteit van Mississippi te krijgen.
Een maand voordat hij stierf, in oktober 1963, hoorde hij dat er een Groene Baret was omgekomen in Vietnam. Hij vroeg een van zijn assistenten om hem een lijst met alle slachtoffers te geven. De assistent kwam terug en op de lijst met slachtoffers stonden 75 Amerikanen die in Vietnam waren gesneuveld. En hij zei, "Dat is te veel. Er mag geen Amerikaan meer sterven." Die dag tekende hij Nationaal Veiligheidsbevel 263 dat alle troepen, alle Amerikaanse militairen uit Vietnam naar huis stuurde. De eerste duizend vertrokken de maand daarop, vanaf november.
Hij stierf een maand later. Een week na zijn dood werd dat bevel herroepen door president Johnson, die uiteindelijk de 250.000 troepen stuurde. Uiteindelijk kwamen er 56.000 nooit thuis, waaronder mijn neef George Skakel, die stierf in het Tet Offensief. En we doodden een miljoen Vietnamezen.
We zijn het pad ingeslagen van een militair-industrieel complex, waar president Eisenhower drie dagen voordat mijn oom zijn ambt aanvaardde voor waarschuwde, in de beste toespraak die Eisenhower ooit heeft gehouden, een van de belangrijkste in de geschiedenis. Daarin waarschuwde hij Amerika dat het opkomende militair-industriële complex onze democratie zou opslokken als we niet alles in het werk stelden om dat te voorkomen. Het zou de Amerikaanse waarden van binnenuit vernietigen. En mijn oom wist dat. Hij kende die toespraak en hij besteedde de drie jaar, zijn 1000 dagen in functie, aan de strijd tegen de opkomst van het militair-industriele complex. Na de dood van JFK zijn we het gaan dat Eisenhower en dat heeft ons gebracht waar we nu zijn. Maar het is nu tijd om het roer om te gooien.
Zoals ik al eerder zei, vrede komt voort uit een veranderde houding. Aan de basis van de oorlogsmentaliteit die de wereld in een drama van vijanden en bedreigingen giet, ligt een ontaarde kijk op de menselijke natuur. Als je mensen ziet als fundamenteel egoïstisch en hele naties als fundamenteel slecht, dan is het enige wat je tot je beschikking hebt om hun gedrag te veranderen bedreigingen en steekpenningen. Vrede komt van een andere plaats. Het begint ermee, dat we in anderen en in onszelf datgene zien wat niet egoïstisch is, maar dapper en vrijgevig en idealistisch en vol met goede bedoelingen.
Ik zeg niet dat we de basiselementen van de menselijke natuur of de gevaren van de wereld moeten negeren. Maar als dat alles is wat we zien, dan zullen we voor altijd vastzitten in de mentaliteit van oorlog, die het militair-industrieel complex ons wil voorhouden, en dan zullen we voor altijd de giftige vruchten daarvan plukken. Om een koers uit te zetten voor de toekomst van het militaire en buitenlandse beleid van onze natie, grijp ik nog een keer terug op de woorden van John F. Kennedy. Hij zei: "De wapens van Amerika zijn niet provocerend. Ze worden zorgvuldig gecontroleerd. Ze zijn ontworpen om af te schrikken en kunnen selectief worden gebruikt. Onze strijdkrachten zetten zich in voor vrede en zijn gedisciplineerd in zelfbeheersing. Onze diplomaten zijn geïnstrueerd om onnodige irritaties en puur retorische vijandigheid te vermijden."
De huidige regering zal nog anderhalf jaar aan de macht zijn. Maar het gevaar van roekeloze escalatie en nucleair wapengekletter is reëel en aanwezig. Daarom roep ik onze huidige leiders op om de stelregels van president Kennedy over te nemen en nu te beginnen met de-escaleren.
Ik roep hen op de verklaring van John F. Kennedy na te komen. Ik roep het militaire establishment op om gedisciplineerde zelfbeheersing uit te oefenen. Ik roep het ministerie van Buitenlandse Zaken op om onnodige irritaties en vijandige retoriek te vermijden. En dit is het allerbelangrijkste: ik roep elke Amerikaan op om deel te nemen aan een nieuwe vredesbeweging, om je stem te laten horen, om de waanzin van escalatie af te wijzen en om niet langer de "president in oorlogstijd" te vieren, maar een president die de vrede bewaart...
Wat voor soort vrede bedoel ik? Ik sluit af met nog een stukje wijsheid van mijn oom: “Wat voor soort vrede zoeken we? Geen Pax Americana die aan de wereld wordt opgedrongen door Amerikaanse oorlogswapens. Niet de vrede van het graf of de veiligheid van een slaaf. Ik heb het over een echte vrede. Het soort vrede dat het leven op aarde de moeite waard maakt, het soort vrede dat mensen en naties in staat stelt te groeien en te hopen en een beter leven voor hun kinderen op te bouwen, niet alleen vrede voor Amerikanen maar vrede voor alle mannen en vrouwen. Niet alleen een vrede in onze tijd, maar een vrede voor alle tijden."
Ik dank u allen hartelijk.