One Health van het begin in de eugenetica tot aan de ont-individualisering van de gezondheid
Roland Tüscher en Kirsten Juel
Het One Health-concept trad als een gecoördineerd initiatief voor het eerst in verschijning in 2004 tijdens de One World - One Health conferentie via de zogenaamde "Manhattan Principles". De hierin beschreven beginselen benadrukken de banden tussen mensen, dieren en het milieu. Deze banden zijn van grote betekenis voor het begrijpen van ziektedynamiek. Ook wordt het belang van een interdisciplinaire, integrale aanpak benadrukt. Het gaat daarbij met name om samenwerking tussen internationale instituties voor resp. ziektepreventie, onderwijs, investeringsdoelen en politieke beleidsontwikkeling.
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE), het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) verwelkomden de nieuwe operationele definitie van "One Health" in 2021, zoals deze was ontwikkeld door hun adviesorgaan, het One Health High Level Expert Panel (OHHLEP). De genoemde organisaties ondersteunen de verdere ontwikkeling van het One Health-concept. Het doel is om tot maatregelen te komen op het gebied van de volksgezondheid op globale en nationale schaal.
Het One Health- concept is gebaseerd op een puur natuurwetmatig bepaald mensbeeld. Van een individueel-autonome ethiek is geen sprake, zeker niet daar waar ‘gezondheid’ ter sprake komt. Individuele autonomie wordt beschouwd als een afwijking van de natuurwetmatige norm. De nagestreefde gezondheid van de hele planeet kan binnen het One Health- concept niet voortkomen uit een individueel-autonoom streven naar gezondheid. Het individu wordt veeleer opgevat als een enkel exemplaar van de soort "mens". Een exemplaar dat in mindere of meerdere mate afwijkt van de norm. Een exemplaar ook dat onderworpen moet worden aan een proces van normatief handelen ten behoeve van de gezondheid van de planeet.
In den beginne was de eugenetica
De conferentie "One World - One Health" werd in 2004 georganiseerd door de Wildlife Conservation Society (WCS) aan de Rockefeller University in New York. De WCS werd in haar begindagen geleid door Henry Fairfield Osborn, medeoprichter van de American Eugenics Society, en Madison Grant, een bekende eugeneticus. Veel bekender dan de WCS is een andere organisatie voor de bescherming van wilde dieren: het World Wildlife Fund (WWF). Het WWF, later omgedoopt tot World Wide Fund for Nature, werd mede opgericht door Sir Julian Sorrel Huxley, een van de voorzitters van de Eugenics Society of Britain.
Dierenwelzijn is op zich natuurlijk een goede zaak. Maar waarom zijn dezelfde persoonlijkheden enerzijds betrokken bij de belangrijkste eugenetische verenigingen ter wereld en anderzijds bij de grootste dierenwelzijnsorganisaties zoals de WCS en het WWF? En hoe kwam de One Health-aanpak voort uit de WCS? Wat heeft dierenwelzijn te maken met eugenetica? Deze zaak is raadselachtig en voor zulke gevallen is er, zoals voor alle belangrijke vragen, een altijd passende 'praktische' verklaring: toeval. Of is de eugeneticus Julian Huxley na de rassenwaan en genocide van het Derde Rijk van gedachten veranderd? Werd hij in plaats van eugeneticus dierenrechtenactivist? Veel waarschijnlijker is dat hij beide combineerde want waarom zou hij anders ook na de oprichting van het WWF actief zijn gebleven als leider in de British Eugenics Society? De vraag naar een verband tussen dierenbescherming en eugenetica blijft vooralsnog onbeantwoord. We formuleren hem zo:
Is er een gemeenschappelijke noemer in een bepaalde opvatting over gezondheid en welzijn van mens en dier die met eugenetica verband houdt?
Julian Huxley was niet alleen bezorgd om dieren wereldwijd maar ook om de gezondheid van de menselijke soort. Julian Huxley:
"Op dit moment lijkt het waarschijnlijk dat het indirecte effect van de beschaving eerder dysgenetisch [genetisch degeneratief] is dan eugenetisch; in ieder geval lijkt het waarschijnlijk dat de ballast van genetische domheid, fysieke zwakte, mentale instabiliteit en vatbaarheid voor ziekten die al in de menselijke soort aanwezig is, een te grote last is om echte vooruitgang te boeken.”
De toevallige, ‘indirecte’ effecten van de beschaving zijn volgens Julian Huxley een te grote belasting voor de algehele gezondheid. Volgens deze denkwijze moeten de effecten van de beschaving in de ‘goede’ richting worden gestuurd. Hoe echter kunnen we op zo’n manier een optimale gezondheid van de mensheid bereiken?
Julian Huxley - in 1946 ook medeoprichter van de UNESCO en in 1961 - zoals vermeld - van het WWF, schreef, aansluitend bij het bovenstaande citaat in UNESCO: Its Purpose and Philosophy:
"Hoewel het waar is dat een radicaal eugenetisch politiek beleid in de nabije toekomst politiek en psychologisch onmogelijk zal zijn, is het belangrijk dat de UNESCO ervoor zorgt dat de eugenetische problematiek met de grootste zorgvuldigheid wordt bestudeerd en dat het publiek wordt geïnformeerd over de kwesties die op het spel staan. Dan zal veel van wat nu ondenkbaar is, tenminste denkbaar worden. "
Onmiskenbaar is de wereldwijde claim om invloed uit te oefenen op de menselijke beschaving. Alleen al de benamingen "One" Health, - "One" World en "World" Wildlife laten daarover geen misverstanden ontstaan, terwijl UNESCO als wereldorganisatie zelf naadloos aansluit met het zeer ambitieuze doel van de One World Government.
Julian Huxley weer:
"De waarden van de UNESCO zijn duidelijk. Zij kan de haar opgedragen taak om vrede en veiligheid te bevorderen echter nooit volledig vervullen met alleen de haar toegewezen portefeuilles van onderwijs, wetenschap en cultuur. Zij moet - als het enige zekere middel om oorlog te vermijden - streven naar een vorm van wereldpolitieke eenheid, hetzij door middel van één enkele wereldregering of anderszins. In haar onderwijsprogramma kan zij de uiteindelijke noodzaak van wereldpolitieke eenheid benadrukken en daardoor alle volkeren doen wennen aan het idee van de noodzaak om de soevereiniteit van individuele naties volledig over te dragen aan een wereldorganisatie." (Bron.)
De claim is wereldomvattend gezaghebbend. Julian Huxley vertrouwt op propaganda om de algemene aanvaarding van het onaanvaardbare te bevorderen door gewenning. Steeds weer herhaalde specifieke verhalen en onderwijsprogramma’s dragen daar zorg voor. Een wereldregering kan natuurlijk niet goed functioneren zolang er soevereine nationale regeringen zijn. Dit probleem, zo benadrukt Julian Huxley ondubbelzinnig, kan opgelost worden door de natiestaten te omzeilen. Het daarbij optredende problemenspectrum breidt hij als volgt uit:
"Een landdier dat tien keer zo zwaar is als een olifant zou biologisch uiterst inefficiënt zijn, net zoals een bestuurslichaam van tweehonderd leden sociaal uiterst inefficiënt zou zijn. Evenzo is er een optimaal niveau van menselijke bevolkingsdichtheid en totale bevolking in de wereld." Julian Huxley ziet dus ook nog een ander probleem dat alleen op wereldschaal met een centraal planetair gezag kan worden opgelost: te veel mensen. (p.28)
Hij gaat tot in de in details:
"Het is mogelijk om nieuwe landbouwmethoden te gebruiken op manieren die technisch rampzalig zijn voor de landbouw zelf op de lange termijn. Ze leiden tot bodemuitputting of erosie. Het is echter ook mogelijk om dat te doen op manieren die technisch goed maar sociaal beroerd zijn, want ze veroorzaken overbevolking. [...]". (p. 28)
Vervolgens brengt hij de bescherming van de natuur en de beheersing van de bevolking op hetzelfde niveau:
"Als de UNESCO echter een echt sociaal beleid wil voeren, mag zij zich niet beperken tot [...] algemene studies, maar moet zij zich ook bezighouden met specifieke problemen die de moderne wereld teisteren. Ter illustratie noem ik de onderwerpen bevolking, behoud van de wilde natuur en semantiek. De erkenning van het idee van een optimale bevolkingsomvang (uiteraard in relatie tot de technologische en sociale omstandigheden) is een onmisbare eerste stap naar de planmatige beheersing van de bevolking, die noodzakelijk is, wil het blinde voortplantingsinstinct van de mens zijn idealen en zijn plannen voor materiële en geestelijke verbetering niet frustreren. Erkenning van het feit dat de wilde natuur in de wereld onvervangbaar is, maar dat zij snel wordt vernietigd, is noodzakelijk voor een tijdige erkenning van de noodzaak om gebieden te reserveren waar de menselijke expansie op de tweede plaats moet komen en het behoud van andere soorten op de eerste plaats. Dit is in het belang van de gehele mensheid. [De paginanummers verwijzen naar de pagina’s van UNESCO its purpose and its philosophy]. "(p.45).
Aldus Huxley's vroege formulering van de wereldwijde onderlinge afhankelijkheid van dier en mens in het kader van een menselijke ‘vooruitgangsgedachte’ om "idealen en plannen voor materiële en geestelijke verbetering" te garanderen. Dit komt overeen met het beleid van het WWF, dat wildparken en natuurbeschermingsgebieden instelt waarbij het is voorgekomen dat de lokale bevolking op directe of indirecte wijze wordt verdreven. (Het WWF is hiervoor vaak terecht bekritiseerd.)
Als toevoeging aan zijn betoog voor de noodzaak van eugenetica/bevolkingscontrole levert de UNESCO zijn bijdrage aan het narratief voor een wereldregering. In deze bijdrage draait het om wereldwijde bescherming van diersoorten, in het bijzonder door middel van planmatige controle van de bevolkingsgroei. Dierbeschermings- en eugenetische organisaties worden derhalve niet toevallig hand in hand in het leven geroepen. Ze dienen hetzelfde doel. Te weten bescherming van de natuur. Bescherming tegen de mens, welteverstaan.
One Health is een Huxleyaans verhaal, dat aan bovengenoemde voorwaarde voldoet: het bevat een mondiale claim, is supranationaal georiënteerd en het richt zich op de onderlinge afhankelijkheid van alle organismen en milieuomstandigheden die de gezondheid betreffen: het One Health-verhaal maakt mondiale actie nodig en ontkent daarmee noodzakelijkerwijs de nationale soevereiniteit.
Ook bevordert dit verhaal de Huxleyaanse "gewenning" aan een mondiale, interspecifieke opvatting van gezondheid, die alleen kan worden opgelost door verenigde actie over de hele wereld. Kunnen we daaruit concluderen dat WWF en One Health verborgen verhalen hanteren voor de vestiging van een eugenetische wereldorde?
Het individu - product van algemene natuurwetten of zichzelf scheppend?
De One Health benadering richt zich op pathogene effecten tussen mens, dier en milieu. Een cruciaal verschil tussen mens en dier is dat tussen soort en individualiteit. Eugenetica, of in haar huidige vorm ‘transhumanisme - een term gemunt door, alweer, Julian Huxley - wil niet de gezonde ontwikkeling van het individu mogelijk maken, maar de soort verbeteren. De hele genenpoel en de toekomstige vormgeving van de soort ‘mens’ moet via natuurlijke en kunstmatige voortplanting worden ‘geoptimaliseerd’’. Het "One Health-concept" houdt er geen rekening mee dat deze focus op de soort slechts in beperkte mate kan worden toegepast op de individuele mens en zijn individuele gezondheid.
Alleen de menselijke persoon wordt genoemd – heel consequent als een enkel exemplaar van de soort. Het onderscheidende criterium van gezondheid tussen dierlijke en menselijke individualiteit is in het One Health-concept net zo afwezig als het verschil tussen het ene en het andere individu. De mens is echter enerzijds een natuurwezen en anderzijds is een zelfbepalende individualiteit. De centrale verklaringen en manifesten over het thema "One-Health" - zoals de volgende - sluiten consequent het aspect van de individuele gezondheid uit.
Ten eerste is dat het geval bij de reeds genoemde Manhattan Principles van 29 september 2004, die oorspronkelijk voortkwamen uit de WCS, ten tweede in het artikel From public to public gepubliceerd in "Lancet" nr. 383. van 8 maart 2014. Daarin vinden we het manifest: From public to planetary health: a manifesto, ten derde het gezamenlijke persbericht van de WHO-groep: Tripartite and UNEP support OHHLEP's definition of "One Health-Joint Tripartite (FAO, OIE, WHO and UNEP Statement" van 1 december 2021. Zie ook: Berlin principles One Health
Dan is er ook nog de Canmore Declaration. Die stelt in haar Statement of Principles for Planetary Health van 26 juni 2018:
"Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk, sociaal en ecologisch welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte - persoonlijke gezondheid omvat ook de gezondheid van de planeet".
Deze definitie van gezondheid laat er geen twijfel over bestaan dat voor ’planetaire gezondheid’ het individu ondergeschikt moet worden gemaakt aan het collectief. We lezen immers verder:
"Hedendaags onderzoek ondersteunt de stelling van Dunn dat individueel (en groeps-) autoritarisme collectieve actie in de weg staat. Terwijl collectief handelen voor welzijn op hoog niveau op sociale rechten gebaseerde burgerbewegingen voor onder anderen milieu en gender vereist. [Toevoeging van de vertaler: Naar alle waarschijnlijkheid wordt bedoeld:: NGO’s zoals Milieudefensie en/of de feministische vrouwenbeweging en de LHQBT-gemeenschap].
In de nasleep van de Covid 19 pandemie hoorden we – geheel in de geest van Huxley en One-Health- deze wereldomspannende collectivistische bewering van Bill Gates: "We zullen het vaccin uiteindelijk aan 7 miljard mensen toedienen". Op haar beurt stelde de WHO: “Vaccinweigeraars behoren - zonder onderscheid te maken naar individuele gezondheidsfeiten - tot de 10 gevaarlijkste bedreigingen voor de wereldgezondheid”. Bij de coronapandemie werd het scenario gedraaid van een voor iedereen geldende, bindende gezondheidsopvatting, onaantastbaar voor de individuen die het betrof. Een opvatting ook die wereldwijd bij wet werd afgedwongen door de nationale regeringen. Het standpunt was: "Eén aanpak voor iedereen". Deze opvatting/dit standpunt ligt precies in de lijn van de eugenetici en de transhumanisten.
De Canmore Declaration met haar Statement of Principles for Planetary Health tenslotte brengt naar voren wat de eerder genoemde verklaringen nergens zeggen, maar tegelijkertijd nergens consequent uitsluiten of relativeren. Hier gaat het om: "persoonlijke inzet voor de vormgeving van nieuwe normatieve houdingen en gedragingen".
Ten gevolge van de implementatie van de One Health One Planet ideologie is de nieuwe modus onder grote delen van de bevolking dat men geacht wordt zich collectief aan te sluiten bij iets dat inderdaad als goed wordt aangevoeld. [Bijvoorbeeld: Vaccineren voor de ander; de toekomst van de aarde; samen voor elkaar’(Toevoeging vertaler)] Deze aansluiting voelt geenszins als een onderwerping en ondermijning van het individuele in de mens. Want wie wil er niet goed voor de toekomst van de aarde, de natuur, de dieren en zijn medemens zorgen? Wie wil zich daar niet persoonlijk voor inzetten?
Het moge duidelijk zijn: Met One-Health en Planetary Health bevinden wij ons midden in het brandpunt van de verschillen van inzicht over wat de mens is: een uitsluitend natuurlijk wezen, enkel en alleen onderworpen aan de zuivere natuurwetten of een wezen met daarnaast ook nog een aanzienlijk deel individuele zelfbeschikking en ethische mondigheid. Een wezen dat vanuit levenservaring, zelf verworven kennis en wijsheid en intuïtie in alle vrijheid tot keuzes komt voor wat betreft zijn/haar lichaam en gezondheid.
De oorspronkelijke Duitstalige versie verscheen in K E R N P U N K T E van 3 Augustus 2022 Jg. 5 | No. 7 .
N.B. Niet alle verwijzingen uit het oorspronkelijke artikel zijn opgenomen in deze vertaling.
Wil je het Duitse artikel met het volledige notenapparaat ontvangen? Stuur dan een mail naar spreekookjij@proton.me o.v.v. ‘noten One Health.’
Over de afbeelding: deze is te vinden op diverse WHO gerelateerde sites. o.a.: https://www.who.int/news/item/01-12-2021-tripartite-and-unep-support-ohhlep-s-definition-of-one-health