Een meegroeiende knieprothese
Jan van Gils bezocht een workshop over regeneratieve geneeskunde in het kader van de Utrecht Science Week (van 27 september t.e.m. 6 oktober)
Een paar maanden geleden lag ik op een brancard om een cyste op mijn arm te laten verwijderen. Inmiddels is de wond, veroorzaakt door de kleine chirurgische ingreep, helemaal genezen. Je ziet er niets meer van. Niks bijzonders, wij vinden het de normaalste zaak van de wereld dat bij schade aan ons lichaam, als die niet al te ernstig is, de unieke vorm, bij ieder individu verschillend, volledig terugkeert. Niet zo normaal is het dat een prothese dit ook kan. Dat die, na in het lichaam te zijn geplaatst, zich verbindt met het bot- orgaan- of spierweefsel en vervolgens, na verloop van tijd exact de unieke individuele vorm aanneemt van bijvoorbeeld een knie. Dat was tot voor kort ondenkbaar. Tot voor kort. Nieuwe geneeskundige ontwikkelingen hebben regeneratieve protheses inmiddels mogelijk gemaakt. In het kader van de Utrecht Science Week (van 27 september t.e.m. 6 oktober) bezocht Jan van Gils een workshop over stamceltherapie, de therapievorm die van deze protheses gebruik maakt. Ik vroeg aan Jan of hij daar wat uitgebreider over wilde vertellen en of hij zou willen ingaan op de vraag hoe je dit wonder van de groeiende prothese zou kunnen begrijpen. Daar ging hij graag op in.
Dit is het relaas van zijn bevindingen en gedachten over de genoemde workshop:
Regeneratieprocessen
De goed verzorgde workshop over stamceltherapie en regeneratieve geneeskunde vond plaats in het Utrechts Medisch Centrum, in een collegezaal. Bezoekers konden al in de ontvangsthal kennismaken met de scanners en 3D printers zoals die worden gebruikt bij deze therapievorm. Aan de presentatie gingen interessante lezingen en toelichtingen vooraf. We leerden daar dat stamceltherapie een vorm van regeneratieve geneeskunde is. Bij deze vorm van geneeskunde, de naam zegt het al, worden regeneratieprocessen van het lichaam gestimuleerd en gestuurd om genezing te bewerkstelligen.
Stamcellen zijn oorspronkelijke cellen. Ze liggen ten grondslag aan iedere andere cel. Een embryo begint met uitsluitend stamcellen. Soms blijven het stamcellen maar meestal ontstaan er specifieke cellen uit, zoals bot, spier, huid of zenuwcellen. Als je stamcellen nodig hebt voor therapeutische doeleinden, heb je geen embryo’s nodig. Ieder levend lichaam heeft namelijk deze oorspronkelijke cellen nog in zich. Die kun je eruit halen en op kweek zetten, onder andere om een nieuw soort prothese te maken. Bij de demonstratie die volgde op de lezing werd getoond hoe dat in zijn werk gaat met botweefsel, in dit geval een beschadigd kniegewricht.
Enthousiaste onderzoekers
De gedeeltelijk lichaamseigen stamcellen worden samen met afgeschraapt bot en bepaalde stoffen door elkaar gemengd. De specifieke botstructuur van een kniegewricht kan ontstaan wanneer zo’n gekweekt mengsel in of op het bot van de knie aangebracht wordt. De karakteristieke en unieke vorm ontstaat alleen op die bepaalde plek in het lichaam! Om het lichaam te helpen die specifieke botvorm als het ware te boetseren, doet men de cellen samen met een gelei in een 3D printer en laat dit mengsel vervolgens uitharden. Nu heeft men een prothese die past in de beschadigde plek, een driedimensionaal puzzelstukje. Dit brengt men aan in het beschadigde bot. De gelei lost geleidelijk aan op en door de stamcellen ontstaan weer nieuwe botvellen. Door groei en herstel ontstaat er nu weer een hele botstructuur, qua vorm exact gelijk aan de oorspronkelijke unieke vorm van deze ene knie van dit ene individu. Zo hoopt men ook hartkleppen en andere organen terug te kunnen brengen naar hun oorspronkelijke, dat wil zeggen gezonde vorm.
Deze inzichten en praktijken zijn al vele jaren in ontwikkeling maar lijken nu in een stroomversnelling te geraken. De onderzoekers spraken enthousiast en met ontzag over hun bevindingen.
De grote vraag is nu: hoe ‘kent’ de gelei de unieke knievorm, hoe kan het dat net zoals de cellen bij natuurlijke regeneratie zij de weg precies weten om uit te groeien tot de unieke, aan het individu eigen vorm? Om die vraag te beantwoorden is het nodig te constateren dat we te maken hebben met levensprocessen. Groei, regeneratie en genezing kennen we niet in de wereld van de mineralen, van de anorganische fenomenen. Levensprocessen komen alleen voor bij levende wezens: planten, dieren en mensen.
Levensprocessen
Willen we leren begrijpen hoe deze levensprocessen mede verantwoordelijk zijn voor het groeien van de regeneratieve protheses, dan moeten we de levensprocessen groei, genezing en regeneratie vanuit een breder mensbeeld zien. Een mensbeeld waarin de mens meer is dan alleen een zintuiglijk mechanisme. In het door Rudolf Steiner beschreven mensbeeld heeft de mens behalve zijn zintuiglijk lichaam een levenskrachtenlichaam, ook wel etherisch lichaam genoemd. We kennen de werking van dit levenskrachtenlichaam onder andere door een gevoel van vitaliteit. Het zorgt voor de opname van voeding in het lichaam, voor de warmteverdeling, voor de bloedstroom en voor de afstemming van alle organen en structuren op elkaar, voor opbouw en afbraak en voor groei, regeneratie en genezing.
Zoals gezegd valt op dat de groei van een kniegewricht na inbreng van zo’n regeneratieve prothese met daarin de stamcellen, alleen op die heel bepaalde plaats in het lichaam kan ontstaan. In dit geval de knie. Organen, spieren en gewrichten worden gevormd en gestructureerd door het levenskrachtenlichaam. De stamcellen kunnen zich voegen naar het vormende proces dat afkomstig is uit het levenskrachtenlichaam bij de knie, met andere woorden: de etherische knie. Het levenskrachtenlichaam is de kunstenaar en de stamcellen zijn de klei of verf die nodig is om het kunstwerk te maken. Je krijgt de indruk dat het ontzag en het enthousiasme van de wetenschappers voor de ongekende mogelijkheden van de regeneratieve geneeskunde te maken heeft met het wonder van het leven zelf, al zullen ze wellicht niet snel op het idee komen om zulke woorden te gebruiken.”
Arno Kaat.
Jan van Gils (1951) studeerde in 2004 af in de filosofie. Hij werkte vele jaren als docent wiskunde en natuurkunde in het voorgezet (vrije school) onderwijs. De laatste tijd geeft hij lezingen in binnen- en buitenland over de risico’s van straling, met name 5G. Over laatstgenoemd onderwerp publiceerde hij bij Uitgeverij Lemniscaat in 2020 5G zegen of vloek?
Van Gils organiseerde vanaf begin 2020 het Symposium voor de vrijheid, waarvan er inmiddels zo’n 15 hebben plaatsgevonden. Bij die symposia was er steeds een antroposofische- en een niet antroposofische spreker. Van Gils’ CV vermeldt verder tal van activiteiten maar vermeldt ook iets niet, namelijk dat hij een ervaren tangodanser is en organisator van tangosalons.
Dank. Prachtig artikel!