"We laten ons niet van ons land verdrijven. We zullen niet toestaan dat we met wetgeving in de hand worden onteigend”
“Ik realiseerde me dat het kwaad altijd probeert om goede woorden, goede waarden te kapen en in dienst te stellen van hebzucht.”
“Zolang er potentieel voor leven is, is er hoop””
DEKOLONISATIE VAN BEHEER: VAN HEBZUCHT NAAR ZORG
Interview met Vandana Shiva
In februari van dit jaar sprak Vandana Shiva op de Landbouwconferentie aan het Goetheanum. Gerald Häfner nam de gelegenheid te baat om met haar te bespreken welke veranderingen in de wereld nodig zijn en hoe die kunnen worden doorgevoerd. Beiden kennen elkaar van gezamenlijke activiteiten voor de genezing van de aarde.
Vandana Shiva (1952) is wetenschapsfilosoof, milieu-aciviste en oprichter van Research foundation for science, technology and ecology in Dehra Dun, India. Dit is een onafhankelijk onderzoeksinstituut voor ecologische- en daarmee samenhangende sociale thema's. Uit dit instituut kwam Navdanya voort, een omvangrijk project in dat onder andere een eigen boerderij, een opleidingsinstituut en actiecentrum huisvest voor de door Shiva geinitieerde ‘aarde-democratie’.Vandana Shiva is een veel gevraagd spreker met een wereldwijd bereik. Van haar hand verscheen in het Nederlands bij Uitgeverij Jan van Arkel: Wie de wereld nu echt voedt.
Gerald Häfner (1956) is leider van de Sectie voor Sociale Wetenschappen aan het Goetheanum, Dornach, Zwitserland. Hij was onafhankelijk lid van het Europese Parlement van 2009 tot 2014. Hij stond aan de wieg van een sociale initiatieven, waaronder Democracy International.
HET INTERVIEW
Gerald Häfner: Je had een glansrijke carrière kunnen hebben in de natuurkunde, filosofie, het bedrijfsleven of de wetenschap, maar daar heb je niet voor gekozen. Waarom niet?
Vandana Shiva: Ik besloot mijn leven te wijden aan ecologisch werk en activisme. Ik had makkelijk 100 jaar kunnen besteden aan quantumpuzzels bezig te gaan houden, met geweldige intellectuele uitdagingen. Ik realiseerde me echter dat dit een soort van zelfgenot zou zijn geweest. Kleine, meer bescheiden studies hebben echter valleien, rivieren en bossen gered. Ik realiseerde me dat ik mij in dienst wilde stellen van de aarde en de mensen.
GH: Wanneer besefte je dat je iets voor de aarde moest doen?
VS: Voordat ik naar Canada ging om mijn PhD te doen, bezocht ik een bos om te gaan wandelen. Ik wilde herinneringen ophalen. Maar het eikenbos waar ik heen ging was verwoest. Dat voelde ik als een persoonlijke, fysieke pijn. Toen hoorde ik over de Chipko-beweging, waarin de vrouwen uit mijn regio besloten om bomen te knuffelen. Chipko betekent 'omhelzen'. Hun motto was: "Voordat je bomen doodt moet je ons doden.” Dus ik zei tegen mezelf: ik ga mijn PhD doen, maar elke vakantie ga ik me vrijwillig inzetten voor deze beweging. Dat werd mijn 'andere' universiteit en dat is wat ik sindsdien ben: Een activist in Chipko-stijl.
GH: Toen ben je de dood van de inheemse landbouw als gevolg van de geïndustrialiseerde landbouw gaan onderzoeken
Iedere vraag die ik probeerde te beantwoorden ging over onnodig geweld tegen de aarde of tegen mensen. De vernietiging van bossen in mijn thuisregio was de eerste vorm van dit geweld dat ik onderzocht. De tweede was de uitbraak van geweld in Punjab, waar de 'Groene Revolutie' voor het eerst werd toegepast. De 'Groene Revolutie' is de naam die werd gegeven aan de geïndustrialiseerde landbouw in de Derde Wereld. In 1984 lekte een pesticidefabriek in de stad Bhopal en duizenden mensen stierven. Vandaag de dag sterven er nog steeds mensen en worden er nog steeds verminkte kinderen geboren. De ramp is nog niet voorbij. Dat jaar besloot ik dit landbouwmodel genaamd ‘de Groene Revolutie’ te bestuderen. Ik ontdekte dat de industrie onze relatie tot het land, onze relatie tot voedsel, ons idee van landbouw had veranderd, met als doel om de verkoop van restanten van oorlogschemicaliën te bevorderen. Het definieerde grond als een lege container en planten als machines die bediend moesten worden met kunstmest als brandstof.
Levende systemen verdwenen en de verbazingwekkende kennis van boerengemeenschappen werd weggevaagd. Ik realiseerde me toen dat ik mijn leven had gewijd aan ecologisch werk. Landbouw, een weeskind van de ecologische beweging, hoorde daar echter ook bij. Dus besloot ik op zoek te gaan naar een geweldloze weg voor de verdere ontwikkeling van de landbouw. Dit besluit kwam voort uit een diep mededogen met de levende aarde en met de mensen. Mededogen is de ware valuta die tussen ons stroomt. Kolonialisme heeft de betekenis van dit woord verarmd. ‘Valuta’ is gereduceerd tot geld en ‘investering’ tot geld verdienen. Valuta moet in beweging zijn. Liefde en mededogen kunnen tussen ons stromen, bewegen. Deze stroom wordt verstoord door de groei van fictieve valuta: geld, winst, macht.
GH: Zou je kunnen zeggen dat het leven ook mededogen is omdat het vanaf de eerste dag een geschenk is?
Daar heb je helemaal gelijk in. Ik heb net een boek geschreven met de titel: 'Van hebzucht naar zorg'. De economie van de zorg begint wanneer we vanuit de baarmoeder ter wereld komen. Als er geen onvoorwaardelijke liefde was, zouden er geen kinderen zijn; geen mensen. De eerste economie is die van het geven.
GH: Maar hoe komt het dan dat we de aarde, elkaar en onszelf vernietigen?
VS: In India is dat heel duidelijk. Het begint met het kolonialisme - een handjevol mensen in Europa besluit dat ze op andere plaatsen rijk land willen hebben. India was in die tijd goed voor 30 procent van de wereldeconomie. De Britten verklaarden van de ene op de andere dag dat de grond van India aan Groot-Brittannië toebehoorde en begonnen met het innen van pacht. Adam Smith, die alleen maar beschreef hoe koloniale handel werkte en welke verstoringen het met zich meebracht, wordt de vader van de moderne economie genoemd. Dit is geen economie. Economie is afgeleid van 'oikos': ons thuis. Dus het thuis verdween, 'oikos' verdween en daarmee werd hebzucht niet alleen dominant maar zelfs erger: het verklaarde op brute wijze dat degenen die in zorg en mededogen leven primitief en barbaars zijn. Het voelt alsof het tijd voor ons is om te zeggen: "Als mededogen barbaars moet zijn, dan ben ik liever barbaars."
GH: Wat kunnen we doen? Moeten we de structuren veranderen of moeten we onszelf veranderen?
VS: Ik geloof niet dat het ons is gegeven om structuren te kunnen veranderen; die hebben zichzelf onzichtbaar gemaakt. Ze hebben zichzelf in de verte geplaatst - afstandelijk en onbetrouwbaar. Maar we kunnen onszelf veranderen en de structuren zullen in dat proces mee veranderen. We kunnen op de deur van Monsanto en Bayer blijven bonzen en zeggen: "Doe het alsjeblieft niet", of we kunnen gewoon in liefde een zaadje redden en er een gemeenschappelijk goed van maken. Monsanto's project zal tegelijkertijd krimpen. Laten we bij onszelf beginnen. "Wees zelf de verandering die je wilt zien", zei Gandhi.
GH: Ik ben het met je eens - we moeten bij onszelf beginnen. Maar wat zijn Monsanto of Bayer anders dan concepten die gecreëerd, georganiseerd en beheerd worden door specifieke mensen?
De Oost-Indische Compagnie, de eerste van dergelijke ondernemingen, werd opgericht door een paar mensen, niet door de mensheid als geheel. Ik denk dat het heel belangrijk is om de valse constructies van de machtigen en bevoorrechten niet te veralgemeniseren. Zij zijn het slechtste aspect van het mens-zijn. Natuurlijk moeten we bij onszelf beginnen. We veranderen in ons hoofd en in ons hart, maar we leven in een onderling verbonden wereld. In de kwantumwereld kan niets gescheiden worden. Afzondering is een illusie. Eenheid is de realiteit, inclusief onderlinge vervlechting en verbondenheid. Om die reden worden de acties, het denken en de waarden die je door ze te leven in de wereld brengt, waarden en veranderingen in de grotere wereld te worden. Een groot deel van het koloniale instinct is dat de plunderaars zichzelf uitroepen tot scheppers. Als ik een gen in de cel van een plant schiet, creëer ik die plant niet - het is geen creatieve daad, het is een oorlogsdaad. Deze illusie dat vernietiging creatie is, heeft ons ervan weerhouden onze eigen macht en onze eigen creativiteit te erkennen.
Onze creativiteit staat niet los van de creativiteit van de aarde. De aarde is doodverklaard: terra nullius. Dit is het uitgangspunt waarop al het geweld tegen haar wordt gelegitimeerd. Maar wij maken deel uit van een levende aarde, een levend, intelligent, bewust universum. Als we onze rol in dit universum spelen, en een gewone boer kan je dit vertellen, houden we het universum in stand door de juiste handelingen te verrichten.
GH: Waar begint het kwaad? Met het verlies van de relatie?
VS: Ik denk dat de werkelijkheid relatie is. Het is een gewelddadige illusie om te veronderstellen dat je een zaadje, een plant, een rivier of een berg kunt behandelen alsof het gewoon een object is. Dan is er nog de diepere illusie dat ik het land verbeter door het te vernietigen, door bulldozers te gebruiken en glyfosaat te verspreiden. Dit idee van verbetering maakt deel uit van een versnelling van geweld.
GH: We zijn het goddelijke vergeten en beschouwen de dingen als louter materie die overwonnen moet worden. Hoe kunnen we deze premissen overwinnen?
VS: Welnu, we zitten in het Goetheanum. Goethe had een andere kijk! Ik denk dat Europa zijn manier van denken moet herontdekken.
GH: Groen betekent leven, hoop, toekomst. Groene politici en partijen zijn voorstanders van het leven. Maar steeds vaker wordt het woord gebruikt voor het tegenovergestelde. Hoe kan het dat goede impulsen worden omgezet in kwaad?
VS: Het gebruik van het woord 'groen' voor de industriële landbouw van het doden dateert van voor het gebruik van het woord 'groen' voor de Groene Partij. Er waren twee impulsen voor de 'Groene Revolutie'. Ten eerste om de 'Rode Revolutie' in te dammen die zich vanuit China verspreidde - dus groen in plaats van rood. Ten tweede om een markt te creëren voor overgebleven oorlogschemicaliën en -technologieën. Men ging ervan uit dat als je het groen noemde, niemand erop zou letten wat het was. De eerste toepassing was in 1965/66 in mijn land. Ik zat toen op de middelbare school. Niemand wist dat het gebeurde totdat in 1984 het geweld uitbrak. Ik realiseerde me dat het kwaad altijd probeert om goede woorden, goede waarden te kapen en in dienst te stellen van hebzucht.
GH: Ik geloof nog steeds, zelfs in deze wereld van bedrijven en regeringen, dat er in iedereen een zelf is dat op zoek is naar relatie, begrip en resonantie met anderen en de wereld. Hoe kunnen we dat bevrijden?
VS: Elke crisis, zoals ze in China zeggen, moet tegelijk een kans zijn. We maken nu een crisis door waarin zelfs gewone mensen in het rijkere deel van de wereld moeten lijden, net zoals de zuidelijke wereld altijd heeft geleden. De globalisering was niets anders dan de vernietiging van de lokale economie. Nu komt het naar Europa, waar de welvaartsstaat wordt ontmanteld. Alle inspanningen om rijkdom en macht in de samenleving te herverdelen liggen onder vuur. Dit is een moment voor de collectieve zoektocht naar een bevredigend leven waarin we allemaal onze plaats op aarde hebben, zowel in termen van zorg voor de aarde als in termen van de aarde toestaan ons te voeden. Dit is zowel een plicht als een recht. Indiase boeren zeggen: "We laten ons niet van het land verdrijven. We zullen niet toestaan dat wetten ons onteigenen." We hebben overal soortgelijke bewegingen nodig. Jonge mensen willen terug naar het land om een leven te leiden voorbij consumptie, voorbij de geldmachine van Wall Street.
GH: Als we onze verbeelding openstellen voor wat er nodig is in de toekomst, heb je dan ideeën over hoe we deze economie kunnen veranderen?
VS: De eerste is weerstand bieden aan de opvatting dat één procent van de mensen alle grondstoffen en rijkdom van de hele planeet bezit. Dat is een waanidee. We hebben manieren nodig om de rijkdom te delen, zodat we stoppen met meer van de aarde te nemen dan goed is. We moeten overgaan van een afbrekende groei-economie naar een economie van geven en teruggeven. Albert Howard, pionier van de biologische landbouw, noemde dat de 'wet van de terugkeer'. Dit betekent dat we de gaven van de aarde terugvorderen als een gemeenschappelijk goed. Wat zijn de basisdingen die we nodig hebben? We hebben voedsel en kleding nodig, kennis en cultuur. Hiervan zijn geen miljarden van filantrokapitalisten voor nodig. Het vereist compassie binnen de samenleving en de weigering om aan angst of hopeloosheid ten prooi te vallen.
Inter caetera document van 4 mei 1493 in het Archivo General de Simancas, Publiek domein. Het nieuwe pauselijke document Inter Caeter', gedateerd 4 mei 1493, was een vervanging van de eerdere bullen Inter Caetera en Eximiae devotionis van 3 mei 1493. Een van de uitbreidingen was dat niet alleen de ontdekte en nog te ontdekken gebieden tot nu toe en in de toekomst werden gegeven, toegekend en overgedragen aan de koning en koningin van Castilië en hun erfgenamen en opvolgers, maar alle gebieden ten westen van een lijn die in het document werd gedefinieerd, ongeacht wie ze had ontdekt.
Moeten we onze ideeën over landeigendom herzien?
Deze ideeën over privébezit werden ook gecreëerd door het kolonialisme. Land in India kon voor de intrede van het kolonialisme niet gekocht en verkocht worden. Zoals we altijd zeiden: de Schepper heeft het land gemaakt en is eigenaar van het land - wij zorgen er alleen maar voor. Daarom hebben we geen eigendomsrechten, maar een zorgplicht. Ik ben dankbaar dat ik de kans heb gekregen om de privatisering van zaden te voorkomen. Ik heb met veel bewegingen in India samengewerkt om de privatisering van water te voorkomen.
De vrouwen van Plachimada die tegen Coca-Cola vochten, de burgers aan de andere kant van de prachtige Ganges die de handen ineensloegen. Ik herinner me de petitie aan de Wereldbank: 'Onze Moeder Ganges is niet te koop'. Land, zaden, water en voedsel zijn gemeengoed. Kennis is dat ook. Denk aan geschriften zoals de Veda's en de Upanishads van India. Briljante mensen hebben nooit gezegd: “geschreven door die en die”. Bill Gates, die voortdurend dingen patenteert, zegt in verband met het kweken van rijstvariëteiten: "Ik heb het gen voor overstromingstolerantie uitgevonden." Je kunt niet doen alsof jij hebt uitgevonden wat de natuur heeft uitgevonden, of wat andere mensen hebben uitgevonden door hun collectieve creativiteit.
GH: We hebben zojuist een nieuwe beweging in gang gezet: De Responsible Ownership Movement. Het uitgangspunt is dat bedrijven geen handelswaar zijn. Het idee van wereldwijd kapitalisme, waarin alles gekocht en verkocht kan worden, inclusief mensen met al hun kennis en vaardigheden, inclusief bedrijven, arbeid of land, is destructief en absurd. Vandaag zeggen de beste jonge ondernemers: "Wij willen geen privé-eigendom. We willen samenwerken met anderen, we willen dat het bedrijf van ons allemaal is."
VS: Ik schreef het boek Oneness vs. the 1% omdat we ontdekten hoe Monsanto werd gekocht door Bayer. Het zijn vermogensbeheerders die de financiële bezittingen van miljardairs beheren. Land, mineralen, bossen en rivieren zijn geprivatiseerd. Daarom zitten we in een crisis. Degenen die de illusie-economie hebben gecreëerd, willen nu de laatste druppel water, de laatste centimeter land, de laatste koolstofopslagcapaciteit op de planeet bezitten. Maar een rivier kan alleen verzorgd worden door de mensen eromheen. De grond kan alleen worden verzorgd door de boer die hem bewerkt. Handelen op Wall Street heeft niets te maken met zorgen en niets met verantwoordelijkheid nemen.
De Chipko-beweging is een Indiase milieubeweging die in 1973 werd opgericht door vrouwen en bekend staat om het 'omhelzen van bomen'. Foto uit Uttar Pradesh, 1973 Bron: CC BY SA 4.0
GH: Wie zouden de hoofdrolspelers van deze noodzakelijke verandering kunnen zijn?
VS: Ik denk niet dat we in een tijd leven waarin er een Gandhi, Marx of Mandela zal opstaan. Wat we zouden moeten zoeken is katalyserend leiderschap van overal: van bodemorganismen die land weer tot bloei brengen; van planten die het langst op deze planeet zijn en ons kunnen leren hoe te groeien en te geven met vrijgevigheid. Jongeren en kinderen kunnen onze leraren zijn, ouderen kunnen onze leraren zijn, en inheemse volken.
GH: Wat kunnen wij in Europa leren van inheemse volken?
VS: Ten eerste dat de aarde heilig is. Ten tweede dat hun eerste identiteit een gedeelde identiteit is. Ten derde dat het je taak op aarde is om voor de aarde en de gemeenschap te zorgen. Inheemse volken hebben een verbazingwekkende cultuur waarin ze voortdurend bezig zijn met het geven van geschenken. Toen ik een ceremonie zag waarbij mensen zaden meebrachten om te delen, realiseerde ik me dat dit idee van het gemeenschappelijke als organiserend principe een realiteit was in inheemse culturen. Leef gewoon, vergroot je creatieve expressie door de huizen die je bouwt, de muziek die je maakt en de manier waarop je jonge kinderen te eten geeft. Volg niet het idee dat je op de een of andere manier superieur bent als je meer kunt uitgeven en domineren. Er zijn twee echt ernstige problemen. Het ene is antropocentrisme, het idee dat mensen superieur zijn aan andere wezens. Inheemse volken leren ons dat we lid zijn van de aardse familie en dat alle andere wezens onze verwanten zijn. Het tweede probleem is het geloof dat er geen intelligentie bestaat buiten de hoofden van een paar mensen. In plaats daarvan is intelligentie overal - intelligentie is leven. Nieuw onderzoek naar intelligentie en de kennis van inheemse volken dat alles een bewustzijn heeft, smelten nu samen.
GH: Betekent dit dat inheemse volken slimmer zijn dan veel van de hedendaagse academici?
VS: De academisch geschoolden hebben een bepaalde manier om de wereld te kennen door hem niet te kennen. De epistemologie van het mechanistisch reductionisme die in elk vakgebied doordringt, begon met de manier waarop Francis Bacon over natuurkunde en de natuurwetenschappen dacht. Maar de manier waarop natuurwetenschap wordt bedreven is ook de manier waarop sociale wetenschap wordt bedreven. Mechanistisch reductionisme zegt in feite dat de wereld vol objecten is die los van elkaar staan. Erkennen dat er geen scheiding is en dat de wereld niet bevolkt wordt door objecten maar door wezens - dat is zeker de wijsheid die inheemse volkeren en degenen die in mechanistisch denken leven verloren hebben.
GH: Wat kunnen wetenschappers bijdragen? Wat kunnen wij in het Westen bijdragen?
VS: Iedereen kan een bijdrage leveren zolang dat gebeurt in nederigheid. Zonder superioriteitsgevoel. Zonder te denken dat andere wezens of andere culturen minder waard zijn. Er is enorme vooruitgang geboekt in de Westerse wetenschap die ten dienste kan worden gesteld van de Aarde en de samenleving. Al het werk dat gedaan wordt op het gebied van ecologie, epigenetica, evolutiebiologie, symbiose, al deze verbazingwekkende kennisstromen hebben eigenlijk een volledige samenhang met inheemse paradigma's. Ik werk met de bodem, met mensen uit de landbouw en hun kennis, maar we hebben wel een laboratorium waar we in dialoog gaan met de micro-organismen in de bodem die we zonder microscoop niet zouden kunnen zien.
GH: We ontmoetten elkaar voor het eerst in 1992 in München, waar ik medeorganisator was van de Other Economic Summit - de top tegen de World Economic Summit – waar ik jou uitnodigde om een lezing te geven. Nu, 30 jaar later, zitten we hier in het Goetheanum en luister ik naar je verhaal over de noodzakelijke verschuiving in bewustzijn. Je kent het Goetheanum, biodynamica en antroposofie. Heb je een relatie met hen?
VS: Niet op de diepgaande manier zoals jullie die hier allemaal hebben, maar ik heb natuurlijk wel over Goethe gehoord en gelezen. Ik ken de details van Steiners denken niet, maar ik ken de vrije scholen. In zekere zin is dit denken precies hetzelfde als Tagore's denken over leren en Gandhi's denken over wat onderwijs zou moeten zijn. Er zijn verbazingwekkende overeenkomsten.
GH: Het is zo jammer dat Goethe werd vergeten en dat deze stroom van de Duitse geschiedenis werd onderbroken. Steiner pakte dit op en begon het verder te ontwikkelen voor alle gebieden van kennis en praktijk. Als ik naar jou luister, heb ik het gevoel dat je het Goetheanisme en waar het voor staat langs een andere weg, door een andere deur hebt gevonden.
VS: Als je het hebt over hoe deze stroom van 'Goetheanistisch' denken ondergronds werd gebracht, denk ik aan het jaar 1484, negen jaar voor de pauselijke bul die de doctrine van het overnemen van land van anderen legaliseerde. In 1484 was er de pauselijke bul over inquisitie en heksenjachten. Deze was gericht tegen alle andersdenkenden. Dat waren bijvoorbeeld mensen met eigen kennis van geneeskrachtige planten, meestal vrouwelijke genezers. Ik denk dat we nu weer onder heksenjachten leven. Als we denken aan de macht van degenen die 'Big Pharma' controleren, zien zij in feite elk vrij denken, elke onafhankelijke, soevereine richting als iets om bang voor te zijn. Het vrije denken is voor deze machtigen een lastige vlieg die je maar het beste zo snel mogelijk dood kan slaan.
GH: Het gaat over relatie en resonantie, maar ook over vrijheid, over het ontwikkelen van ons eigen denken op zo'n manier dat we ontsnappen aan deze gevangen manier van denken.
VS: Verandering begint in jezelf en begint met de uitbreiding van je capaciteiten, je eigen potentieel. Dit potentieel wordt uitgebreid door je relaties. Hoe breder en dieper onze relaties worden, des te meer worden we zelf versterkt. Dat is onze vrijheid. Ik heb het boek Earth Democracy geschreven in relatie tot de vrijheid van de Aarde en onszelf als deel daarvan, omdat we zijn gedefinieerd als een antiglobaliseringsbeweging. Maar wij zijn een Earth Democracy beweging. Elke keer dat ze zeiden: "Je weet waar je tegen bent, maar je weet niet waar je voor bent," zei ik: "Wij zijn voor het leven. Wij zijn voor liefde.”
Wij zijn voor de gemeenschap. Wij zijn voor de samenleving. Daarom zijn we tegen privatisering en octrooien op zaden, tegen bedrijven die onze voedselvoorziening controleren, tegen het idee dat een Wereldhandelsorganisatie in Genève de regels voor ons leven kan bepalen.
Op 5 juni 1999 hebben zich 6000 gemeenschappen in India georganiseerd omdat ik hen vertelde wat er met de WHO gebeurde. Ik riep ze op om Mike Moore, de directeur-generaal van de WHO, te vertellen wat ze ervan vonden. Ze stuurden toen briefkaarten. Ze schreven: "We begrijpen dat jullie de zaden en planten willen bezitten. In onze samenleving hebben we ook mensen die stelen. Meestal uit wanhoop. Een kind steelt omdat de moeder ziek is, een moeder steelt omdat een kind honger heeft. En als ze het aan ons uitleggen, behandelen we ze duidelijk niet als criminelen. We zorgen ervoor dat ze medicijnen krijgen; ze maken deel uit van onze gemeenschap; wij zorgen ervoor dat ze het voedsel krijgen dat ze nodig hebben. Kom onder de banyanboom in ons dorp zitten en leg ons uit: wat is jouw wanhoop waardoor je het laatste zaad steelt van de armste boer ter wereld?"
Het zijn dit soort creatieve acties, komend van de mensen zelf, die de discussie en de verbeelding hebben doen verschuiven. Net zoals het verkeerd is om te zeggen dat sommige planten onkruid zijn en uitgeroeid moeten worden met herbiciden, is het verkeerd om te zeggen dat mensen nutteloos zijn. Elke plant, elk insect, elk mens heeft een bijdrage te leveren. En de maatschappij heeft de collectieve plicht om hun ruimte te verdedigen en ervoor te zorgen dat ze zich op hun eigen voorwaarden kunnen ontwikkelen.
GH: Onlangs vroeg een jongere me ernstig of er überhaupt een toekomst zal zijn en of we nog tijd hebben om deze diepgaande transformatie te voltooien. Vandana, hebben we nog tijd?
VS: Welnu, het leven is een proces en in dat proces is er nooit een moment dat zegt: er is geen tijd. Ik denk dus dat we moeten afstappen van het mechanistische idee van tijd en het idee dat urgentie 'nu' betekent en dat we ons moeten realiseren dat tijd de stroom is waardoor het leven zich ontwikkelt en recycleert. Urgentie betekent belangrijkheid, niet snelheid. Het betekent het juiste doen, de juiste niche vinden die wij als mensen kunnen bezetten. Het betekent niet dat we een nieuwe golf van overheersing moeten starten, bijvoorbeeld door middel van geoengineering, meer klimaatverandering of de ontwikkeling van in laboratoria gekweekt voedsel en cellulair vlees. Zoals Einstein al zei, is het een duidelijk teken van waanzin om steeds maar weer hetzelfde te doen en een oplossing te verwachten.
Ik heb gezien wat er gebeurt als ik kinderen meeneem naar de Navdanya boerderij en met hen werk aan de koolstofcyclus. Ik werk met ze aan de kracht van de bodem en de kracht van het groene blad van de plant om kooldioxide vast te leggen. In plaats van bezig te zijn met angst voor de toekomst, wordt de geest van het kind dan plotseling een creatieve geest die één wordt met de aarde en zegt: "Ik ben hier om je te dienen. Jij wijst me de weg." Er is hoop zolang er leven is. Zolang er potentieel voor leven is, is er hoop.
Het oorspronkelijke Engelstalige interview verscheen in het tijdschrift Das Goetheanum, onder de titel Decolonizing Stewardship: From Greed to Care. Zie: https://dasgoetheanum.com/en/decolonizing-stewardship-from-greed-to-care/ Dank aan de redactie van Das Goetheanum voor de toestemming voor publicatie van de vertaling.